Het bijzondere bij Zeewolde was dat er al mensen woonden. In ‘80 woonden er al boeren in het buitengebied. En dan was je nog met het dorp bezig. Maar je ging je ook realiseren dat die mensen uit het buitengebied ook op een goeie manier naar het dorp toe moesten kunnen komen. Op die manier zijn er ook voorzieningen aangelegd en dingen gerealiseerd waar je in het begin niet zo bij stil staat.
Er werden boeren geplaatst in de Zuidlob, dus aan de Nekkeveldweg en de Slingerweg en zo. Nou, hoe komen zij nou bij het dorp? Dat is in feite omrijden, want rechtstreeks was het wat lastiger, maar die kinderen kan je niet allemaal laten omrijden. Op een gegeven moment is vanuit de Golflaan, die toen doodliep, een fietspaadje gemaakt naar de Spiekweg en dus naar het dorp. Vooral voor die jongens die met de brommer toch naar het dorp kwamen. Dat moest bereikbaar zijn.
Hetzelfde geldt eigenlijk ook voor het middengebied van Zuidelijk Flevoland. Er heeft een tijdlang een fietsbrug gelegen over de Gooiseweg bij de Spiekweg om de fietsers en de voetgangers – maar met name fietsers - veilig over die Gooiseweg te krijgen. Naderhand pas is dat tunneltje er gekomen. Dat zijn toch wel wat specifiekere dingen die je voorheen niet meegemaakt had.