"Zo vroeg mogelijk beginnen"

Voorzieningen voor sport en recreatie in Zeewolde

Jan van der Perk studeerde cultuurtechniek aan de Landbouwhogeschool in Wageningen (tegenwoordig Wageningen University & Research). Hij trad in 1977 in dienst van de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders, die onder meer was belast met het in cultuur brengen en de inrichting van de Zuidelijke IJsselmeerpolders. Van der Perk moest ervoor zorgen dat de recreatieterreinen in dit gebied al enkele jaren vóór de komst van de eerste bewoners af zouden zijn.

Eemhof

Recreatiecentrum De Eemhof in Zuidelijk Flevoland, 1980 (foto J.U. Potuyt; collectie RIJP, HFA).

Alle rechten voorbehouden

Voor mij was vooral zaak om tijdig de sportvoorzieningen en de recreatievoorzieningen klaar te hebben. Want heel veel dingen waren natuurlijk wel gepland, vooral Almere. Nou, dat ging met duizend woningen tegelijk of zo. De woningbezetting was toen nog iets van tussen de 3,5 en vier personen per huis, dus er kwamen per jaar ongeveer 4.000 inwoners bij.

Dan had je sportvoorzieningen nodig en er was een soort programmeringsgroep binnen de RIJP, die zorgde voor cijfers van kengetallen, zeg maar. En dat betekent ongeveer: per tweeduizend inwoners had je een voetbalveld nodig, per tweeduizend inwoners had je een tennisbaan nodig en per vijfduizend inwoners had je een hockeyveld nodig. Maar dat moest wel klaar zijn op het moment dat de mensen kwamen. Dus wij gingen vooruit al bepalen wanneer je dan moest beginnen.

Nou, dat begint natuurlijk al in hele grote stappen. Je had een structuurplan waarin dan ruimte was voor sportvoorzieningen en voor recreatievoorzieningen. En die moet je dan in gaan vullen met dat sportcomplex of met die volkstuinen of met wat dan ook. En dan moet je ook nog zorgen dat het veld, voordat de mensen komen, bespeelbaar is.

Dat hebben we ook wel in Almere gezien. Het eerste sportcomplex van Almere-Stad werd al twee jaar van tevoren aangelegd, voordat de bewoners kwamen. Want het moet nog een jaartje groen worden. En alle voorzieningen moeten nog gebouwd worden. Op het moment dat die mensen in Almere kwamen wonen was er dus een sportcomplex. Er moest alleen nog een vereniging opgericht worden door die mensen.

Dat is wel het kenmerkende, vond ik, van de Rijkdienst, en dat merk je achteraf pas: iedereen was toch behoorlijk bezig met ervoor te zorgen dat de inrichting goed was voor mensen om hier te vertoeven, te wonen, te werken en te recreëren. En om dat zoveel mogelijk compleet te maken op het moment dat de mensen hier kwamen.

Zo is het ook bij Zeewolde gegaan; het sportcomplex hier is misschien al 1982 begonnen; om in ‘84 de eerste bewoners te kunnen krijgen. Nou, hier in Zeewolde was het nogal wat specifieker, want voordat het dorp kwam hadden wij natuurlijk al de boeren. In die periode is er ook nog een voetbalveld geweest bij De Trekker. Want er werd al een voetbalvereniging opgericht toen het dorp er nog niet was. Ja, die moesten ook spelen.

Bron: Landschapsbeheer Flevoland, interview van Gees Brouwer en Helena van der Berg met Jan van der Perk, 3 juli 2019. 

Alle rechten voorbehouden