De verwachting was in 1993 dat de stijging van het waterpeil zou vertragen of zelfs stoppen, dat over 10-20 jaar het waterpeil hoogstwaarschijnlijk niet hoger zou zijn dan 26 meter NAP en dat het waterpeil daarna door de klimaatverandering langzaam verder zou stijgen. Bij de waterstand van 27 meter beneden NAP was de oppervlakte van de zee 390.000 vierkante kilometer, bijna tien keer de oppervlakte van Nederland.
De niet meer verwachte stijging van het waterpeil sinds 1977 had langs de oevers tot grote schade geleid. In het kader van samenwerking tussen Kazachstan en Nederland, heb ik met drie andere medewerkers van Rijkswaterstaat in juni 1994 een bezoek aan Kazachstan gebracht teneinde de problemen te bekijken en voorstellen tot verbetering te bespreken.
Wij begonnen met een briefing in de hoofdstad Almaty en vlogen vervolgens naar Atyrau ten noorden van de Kaspische Zee, waar we meer gedetailleerde informatie kregen van de lokale autoriteiten. In de kustzone was sprake van oliewinning en daaraan gerelateerde industrie, alsmede van fabrieken voor de verwerking van kaviaar en vis, de steden Aktau (300.000 inwoners) en Atyrau (160.000 inwoners) en een concentratie van nederzettingen in de Wolga Delta, infrastructuur, pijpleidingen, zeer extensieve landbouw en natuurlijk gebied. Een bijzonder element was de kerncentrale in Aktau, die elektriciteit opwekte voor het westelijke deel van Kazachstan.
De olieproductie speelde en speelt een belangrijke rol in de economie van Kazachstan. Verschillende oude olieproductiegebieden uit de tijd van de Sovjet Unie waren tijdens ons bezoek echter onderhevig aan tijdelijke of permanente overstromingen. Er waren tijdelijke dijken gemaakt om deze gebieden te beschermen. Atyrau was onderhevig aan overstromingen vanuit de Kaspische Zee en door de rivier de Oeral. Een deel van het spoor- en wegennet, alsmede de luchthaven van Atyrau hadden ook te kampen met overstromingen. De extensieve landbouw betrof voornamelijk vee dat graasde in de grote vlakten. Het extreem vlakke gebied had een steppevegetatie. Alleen op de oevers van de Oeral Rivier waren bomen.
Er konden met betrekking tot de extreme rivierafvoeren en de stijging van het waterpeil van de Kaspische Zee verschillende gevaarlijke situaties worden onderscheiden:
- de meeste schade was te verwachten van de oude olievelden langs de Kaspische Zee. Deze velden dreigden onder water te komen staan of stonden al onder water met grote milieuschade als gevolg;
- het water van de Oeral was vervuild en de sedimenten aan de monding van de rivier waren waarschijnlijk ook vervuild;
- de kerncentrale bij Aktau gebruikte koelwater uit de Kaspische Zee. Wanneer deze centrale zou overstromen zou de elektriciteitsvoorziening van het westen van Kazachstan in gevaar komen. Er waren al enkele maatregelen genomen ter bescherming tegen dergelijke overstromingen.
De ontworpen en deels aangelegde nooddijken langs de Oeral en de kust van de Kaspische Zee waren noodmaatregelen voor de korte termijn. Onder extreme omstandigheden zouden deze dijken - voor het merendeel zanddammen - zeker doorbreken. Daarom moesten er zo snel mogelijk definitieve oplossingen voor de bescherming van de kustzone worden gerealiseerd. De overheid van Kazachstan had een plan om langs de hele kuststrook een enorme dijk aan te leggen om de kustzone te beschermen. Deze dijk zou bestaan uit een kern van zand en een stenen bekleding. Daarbij was een groot probleem dat in het gebied rond de Kaspische Zee steen voor de bekleding moeilijk te krijgen was en de aanvoer ervan uit andere gebieden zeer kostbaar.
Met een helikopter vlogen we over een groot deel van de kustzone en landden op enkele interessante plaatsen. We brachten ook een bezoek aan een enorme nieuwe locatie voor oliewinning, want er zat zeer veel olie onder het gebied. De nieuwe installaties zagen er uitstekend uit. Een volledige tegenstelling met de oude verlaten oliewingebieden uit de Sovjet-tijd. We vlogen hele stukken over een volledig leeg en vlak landschap. Ook reden we een stuk door het gedeeltelijk overstroomde gebied langs de Oeral. Kortom in enkele dagen uitstekende informatie. ’s Avonds bespraken we wat we ervan vonden.
De belangrijkste watertoevoer naar de Kaspische Zee komt van de Wolga, die gemiddeld per jaar een hoeveelheid water afvoert die overeenkomt met een waterlaag van 75 centimeter op de zee. De gemiddelde neerslag op de zee is 19 centimeter per jaar. Daarnaast is er nog enige toevoer van de Oeral en enkele kleinere rivieren. De grootste afvoer ontstaat door de verdamping vanaf de zee die gemiddeld per jaar een waterlaag van meer dan 1,1 meter verwijdert. Omdat, zoals gezegd, de oever erg flauw is neemt met een stijging van het waterpeil de oppervlakte van de Kaspische Zee behoorlijk toe. Zo was bij een waterpeil van 29 meter beneden NAP de oppervlakte 360.000 vierkante kilometer en bij en waterpeil van 27 meter beneden NAP zo’n 30.000 vierkante kilometer groter, zeg maar bijna 10 procent. De verschillende oppervlaktes veroorzaken verschillende hoeveelheden verdamping. Dit mechanisme vormt een belangrijke stabilisator voor het waterpeil. Daarom moest men voorzichtig zijn met de aanleg van dijken, inpolderingen en het afdammen van baaien. Als grote gebieden niet meer konden overstromen, kon de verdamping niet toenemen en zou de stijging van het waterpeil niet worden vertraagd.
Maatregelen om de problemen met betrekking tot het waterpeil in de Kaspische Zee op te lossen konden in principe worden onderverdeeld in maatregelen op lokale schaal en korte termijn tot grote schaal en lange termijn. Het was daarbij belangrijk om op landelijke schaal te bepalen welke gebieden beschermd moesten worden en welke gebieden bij een stijging van het waterpeil konden overstromen. In internationaal verband was het van belang dat de landen rond de Kaspische Zee afspraken zouden maken over de oppervlakte in elk land die bij een stijging van het waterpeil kon overstromen. De vraag was daarbij of de reusachtige dijk langs de kust wel zo’n goed plan was en of er geen betere alternatieven waren.
Bij het zoeken naar de beste oplossing moest dus gekeken worden naar: olieproductiegebieden, stedelijke gebieden, industriegebieden, infrastructuur, de pijpleidingen, de zeer extensieve landbouw en het natuurlijke gebied. Voor de olieproductiegebieden waren de voordelen van bescherming tegen overstromingen zonder meer duidelijk en essentieel. Voor de industriegebieden en de belangrijkste infrastructuur gold min of meer hetzelfde. Voor de stedelijke gebieden speelde dat de mensen beschermd moesten worden tegen het water en dat schade aan huizen, wegen, winkels, kantoren en industrieën moest worden voorkomen. Vanwege de zeer extensieve landbouw zou het niet nodig zijn om de landbouwgronden te beschermen tegen overstromingen vanuit de Kaspische Zee. Dit was des te belangrijker, omdat de overstroombare gebieden, zoals gemeld, een belangrijke rol speelden bij het vergroten van de verdamping en daarmee het bij het reguleren van het waterpeil in de Kaspische Zee. Wij kwamen dus tot de conclusie dat het van veel belang zou zijn om de bovengenoemde gebieden, infrastructuur en pijpleidingen te beschermen, maar het extensieve landbouwgebied en het natuurlijke gebied niet. De enorme dijk was wat ons betreft dan ook geen goede oplossing.
We vlogen terug naar Almaty, waar we onze bevindingen zouden presenteren. De presentatie vond plaats in een zaal op het Ministerie waar zo’n tweehonderd man bleken te zitten. Ik presenteer met behulp van een tolk onze bevindingen. Als ik meld dat we het van belang vinden dat de waardevolle gebieden moeten worden beschermd, maar dat de gebieden met extensieve landbouw en het natuurlijke gebied vooral niet moeten worden beschermd, beginnen verschillende aanwezigen instemmend te knikken. Ik dacht, dat gaat goed, totdat iemand midden in de zaal, die kennelijk Engels verstond, zijn vinger opstak en meldt: "Dat zegt hij helemaal niet." Het bleek dat de tolk niet vertaald had wat ik zei, maar had gemeld dat wij volledig met hun plannen instemden. Vervolgens legde de man die zijn vinger opstak uit wat ik wel zei en er ontstond een enorme discussie tussen de aanwezigen. Wij konden dat natuurlijk niet volgen, maar uiteindelijk bleek dat ze begrepen wat we wel voorstelden en ermee konden instemmen.
De jaren daarna kwam ik bij internationale bijeenkomsten nog regelmatig onze begeleider vanuit het Ministerie tegen. Ik vroeg hem natuurlijk altijd hoe het met de Kaspische Zee ging. De enorme dijk is inderdaad nooit gebouwd, er wordt op zeer grote schaal olie gewonnen in het gebied, met alles wat daarmee is verbonden. De Kaspische Zee is enkele jaren later weer geleidelijk gaan dalen. Het peil is nu ongeveer een meter lager, 28 meter beneden NAP.