Wij moesten ’s zondags altijd wandelen met m’n moeder. Dan ging mijn vader ’s middags, als hij had gekookt, altijd slapen. Mijn moeder ging met ons naar de boerderij van Boerdijk, die net gebouwd werd. Wij wilden weleens kijken hoe dat er van binnen uit zag. En toen klapte de deur dicht, maar er zat geen klink in. Dus wij het raam open en maar roepen. "Papa, papa!" Ik weet nog dat mama voor het raam riep: "Gerrit! Gerrit!", want ons huis stond op gehoorafstand van die boerderij. Mijn moeder heeft met een haarspeld dat ding eruit weten te peuteren. Toen konden we eruit.
Mama was handiger op technisch gebied dan mijn vader. Moeder kwam uit een gezin met twaalf kinderen en die moesten altijd helpen. Ze haalde stofzuigers uit elkaar, met koolborstels, weet ik veel. Ze kon veel. Mijn vader hield meer van koken. En toen kreeg mijn vader op z’n mieter omdat hij ons niet gehoord had, want hij had liggen slapen, haha!
Bronvermelding: Gemeente Noordoostpolder, interview met de kinderen Martha, Lien en Peter van Geerlof en Johanna Appels, 12 november 2013