Je had iedere maand toneel of cabaret of film. Culturele avonden, want er was toen nog geen televisie. Dan kwamen er ook mensen van buiten. Veel artiesten die we later op televisie zagen, waren al bij ons op het kamp geweest. De vader van Rudi Carrell trad vroeger al bij ons op. Er waren ook dames bij dat cabaretgezelschap. En een van de mannelijke artiesten vroeg aan papa:
"Heeft u misschien een ruimte waar ik mij terug kan trekken, met die eh…"
Dat was net wat voor mijn vader. Daar moest ‘ie niks van hebben, haha! Die was tegenover ons zo preuts als wat. Dat was hij niet, maar tegenover zijn dochters wel.
Wij mochten ook naar die culturele avonden. Mijn moeder kon heel mooi rozen kweken en één roos was heel mooi uitgekomen. En ze zit te kijken naar dat cabaretstuk en ze ziet een roos op tafel staan. En ze vliegt naar haar eigen tuin en die roos is weg. Haha! Dat scheelde weer een pond zweet! Je kon alles van haar krijgen, maar niet zomaar, zonder te vragen. Daar hield ze niet van.