In de oorlogswinter van 1944-1945 werden kinderen uit Amsterdam in Marknesse opgevangen. Ze waren in november of december in de Noordoostpolder. Ik weet niet meer hoe dat precies is georganiseerd. Mijn ouders konden zich opgeven. Het ging om acht of negen meisjes. Ik herinner me nog dat we op hen wachtten. Ik vermoed dat de meisjes met de boot vanuit Amsterdam in Kampen zijn gekomen en daarna met paard en wagen - gewoon zo’n platte landbouwwagen - naar Marknesse zijn gebracht. Er was een lijst: Elly Douma voor Boekee, die voor Bosser, etc. Zo werden ze over de gezinnen verdeeld. Maar hoe dat was georganiseerd was, dat weet ik niet meer.
Ze bleven tot na de bevrijding, tot ongeveer half mei. Toen zij ze weer via Kampen naar Amsterdam teruggegaan. We onderhielden na de oorlog nog wel contact met de meisjes. Op een gegeven moment is het meisje getrouwd en kreeg een gezin. Toen is het verwaterd. Zij is nog wel eens in Marknesse geweest en mijn moeder heeft haar nog wel eens in Amsterdam bezocht. Later, toen ik in allerlei kampen woonde, heb ik haar nog een keer ontmoet, in 1960. Nadien is het helemaal verwaterd. Zo gaat dat meestal.