In januari 2014 nam mijn vrouw deel aan het optreden van het koor waarin zij zong in de Carnegie Hall in New York. Toen ik hoorde dat zij er heen zou gaan zei ik: “Ik ga graag mee.” Ik was nog nooit in New York geweest en wilde de stad erg graag eens zien. We zijn een week in New York geweest. Het koor moest op enkele dagen repeteren voor het optreden. Naast de plaatsen die we met een aantal mensen van het koor hebben bezocht, waaronder het 9/11 Monument, kon ik op de momenten dat het koor repeteerde in New York naar een aantal plaatsen die ik ook graag wilde zien. Eén daarvan was Coney Island waar Sandy aan land was gekomen. Ik wilde de schade door de overstroming bekijken.
Met de undergound kon ik eenvoudig naar Coney Island gaan. Ik loop rond langs de boulevard en in de wijk, maar zie eigenlijk geen tekenen van de overstroming. Wel zie ik dat er op enkele plaatsen huizen of gebouwen zijn afgebroken. Op het bovengrondse station van de underground staat iemand het perron schoon te vegen. Ik vraag hem of hij er ook werkte toen Sandy aan land kwam. Hij bevestigt met: “Yes sir”. Ik vraag hem hoe hoog de overstroming geweest is. Hij geeft aan dat het bij het station, kort achter de boulevard ongeveer twee meter hoog geweest is. Gewapend met deze informatie bekijk ik een aantal plaatsen opnieuw. Alles is weer keurig schoongemaakt en de sporen van het afbreken zijn verwijderd. Daarna is het leven kennelijk op de oude voet verder gegaan.
De volgende dag bezoek ik een museum op Manhattan waar ook schade door de overstroming is geweest. Men heeft er ook een kleine expositie over de overstroming ingericht. Ik spreek een suppoost aan en zeg dat ik uit Nederland kom en geïnteresseerd ben in de overstroming door orkaan Sandy en de gevolgen ervan. Ik vraag hem of hij er ook tijdens Sandy bij was. Ook hij bevestigt het. Als ik hem vraag of hij iets weet over plannen om nu tot inpoldering van de overstromingsgevoelige delen van New York over te gaan kijkt hij mij lachend aan en zegt:
“You Dutch would do it, but we just clean up the mess.”
Deze bezoekjes en gesprekjes maken mij duidelijk dat er in Amerika anders over dit soort zaken wordt gedacht dan bij ons. In feite zie je dat ook bij de schade na het overkomen van een tornado. De rommel wordt opgeruimd, de schade wordt hersteld en men gaat op de oude voet verder. Bij New Orleans kon dat na orkaan Katrina niet, omdat grote delen van het gebied onder zeeniveau liggen, maar New York ligt naar Amerikaanse begrippen nog hoog genoeg om met opruimen en herstel te volstaan.
Zo’n vier jaar later kom ik tijdens een bijeenkomst over overstromingen in de wereld een Amerikaanse collega tegen, die goed met de situatie in New York op de hoogte is. Ik vraag haar of men in New York inmiddels toch niet van plan is om meer maatregelen ter bescherming tegen overstromingen te nemen. Zij vertelt mij dat men dat zeker niet van plan is en dat het zelfs zo is, dat men op een aantal van de getroffen plaatsen weer is gaan bouwen. Dit bevestigt voor mij de indruk die ik aan de eerdere gesprekken had overgehouden. De toekomst zal moeten uitwijzen hoe lang deze houding volstaat.