Nou, onze bevoegdheden waren precies dezelfde als van de Rijkspolitie. Tsja, waar greep de politie in? Wij vielen als ambtenaren onder het ministerie van Verkeer en Waterstaat, dus overheid. Toen hebben ze gewoon gezegd:
“Dat zijn ook opsporingsambtenaren, net als de politie.”
Bij de politie heeft men het niet kunnen begrijpen, maar het is zo. Dus wij hadden alle bevoegdheden.
We konden ook een automobilist aanhouden. Dat deden we niet vaak. Maar als je je als automobilist al te gortig gedroeg, ja, dan was je ook aan de beurt, hoor. Dan ging het dus om asociaal rijgedrag en zo. En dan kregen ze er wel één [een boete, red.]. Dat ging dan om inhalen. Het ergste was het elkaar inhalen; dan reed je gewoon de tegenliggers van de weg af. Ja, en dan krijg je “bom!” En dan zeiden wij: “Dat kan niet, hoor.”