De waarde van openbaar en privaat bezit per oppervlakte-eenheid is in stedelijke gebieden vele malen hoger dan in landelijke gebieden. Daarom zouden de ontwerpnormen voor bescherming tegen overstromingen voor stedelijke gebieden normaal gesproken aanzienlijk hoger moeten zijn dan die voor landelijke gebieden, hoewel dit in dichtbevolkte gebieden niet altijd mogelijk is. In dergelijke gevallen zouden de maatregelen gebaseerd moeten zijn op de stedelijke situatie.
In ons land liggen de fysieke maatregelen voor bescherming tegen overstromingen voor polders die zouden kunnen overstromen vanuit de zee of het IJsselmeer tussen 0,001 en 0,025% per jaar, vanuit de rivieren op 0,08% per jaar en vanuit de boezemkanalen op 0,1 tot 0,5% per jaar. We zijn bezig met een groot programma om deze niveaus nog te verhogen. In het buitenland liggen de niveaus veel lager met in het algemeen een kans van optreden van overstromingen van 0,5 tot 5% per jaar. In dergelijke gevallen is er, wanneer zich echt een extreme gebeurtenis voordoet, een ernstig risico op verlies van een groot aantal mensenlevens, grootschalige evacuaties van mensen uit de overstroomde gebieden en enorme schade.
Vooral de snelle verstedelijking in overstroombare gebieden in de landen met opkomende economieën heeft ertoe geleid dat het niveau van bescherming tegen overstromingen in deze landen over het algemeen ver beneden het economisch optimum ligt. Ontwikkelingen in de minst ontwikkelde landen worden gekenmerkt door vergelijkbare processen, zij het in een langzamer tempo. De schade door overstromingen in landelijke gebieden betreft vooral de opbrengstderving van gewassen en in kustpolders het risico op overstroming met zout water. De ontwerpnormen zouden zodanig moeten zijn dat deze overstromingsrisico's worden teruggebracht tot een niveau, dat normaal gesproken in de orde van grootte van een kans van optreden van 5 tot 10% per jaar zal zijn.
Het te lage niveau van bescherming tegen overstromingen komt zelfs overwegend voor in een aantal ontwikkelde landen. Zo hebben de voorzieningen ter bescherming tegen overstromingen die zijn gerealiseerd na de overstroming ten gevolge van orkaan Katrina in het gebied van New Orleans, slechts een veiligheidsniveau met een kans van falen van 1% per jaar. Dit houdt in dat wanneer een orkaan van dezelfde sterkte als Katrina in 2005 New Orleans zou raken, opnieuw overstromingen het gevolg kunnen zijn. Dit gebeurde bijna in 2008 toen orkaan Gustav New Orleans naderde, maar gelukkig op het laatste moment een meer westelijke richting volgde, en in 2021 toen orkaan Ida min of meer hetzelfde traject volgde.
Enkele karakteristieke ontwerpnormen voor bescherming tegen overstromingen
Stad/land |
Kans op falen in procent per jaar |
Dhaka, Bangladesh Australië, Engeland en Verenigde Staten (inclusief New Orleans na Katrina) India: steden en industrie platteland China: grote steden steden platteland British Columbia, Canada |
2 1
1 4 0,5 1 5 0,5 |
Ontwerpnormen zouden gekoppeld moeten worden aan de economische waarde en mogelijke schade aan publieke en private eigendommen in de polder, alsook aan het risico op overlijden en evacuatie. Het is over het algemeen moeilijk om het risico op overlijden te waarderen. Een bekende benadering is dan ook om het economisch optimale beschermingsniveau te bepalen, rekening te houden met de bevolking in de polder en uiteindelijk een politieke beslissing te nemen over de ontwerpnorm voor de maatregelen ter bescherming tegen overstromingen.
Het effect dat de waardestijging van bebouwing kan hebben op ontwerpnormen voor maatregelen ter bescherming tegen overstromingen kan grafisch worden weergegeven, waarin wordt getoond dat wanneer de waarde van bebouwing in een gebied stijgt, de schade door overstromingen evenredig toeneemt. Hierdoor zal ook het optimale veiligheidsniveau toenemen. In de bijgevoegde theoretische grafiek bijvoorbeeld van een kans van optreden van ongeveer 4% per jaar in 2020 naar een kans van optreden van 0,1% per jaar in 2070.
Bij deze kans zijn de totale kosten voor bescherming tegen overstromingen en schade minimaal. Dit zou, alleen al om het economisch optimale niveau te handhaven, aanzienlijke investeringen in bescherming tegen overstromingen betekenen. In dit theoretische voorbeeld is zelfs nog geen rekening gehouden met de toename van het aantal mensen in het overstromingsgevoelige gebied.