De meeste neerslag valt in februari met een gemiddelde maandneerslag van 400 millimeter. De droogste maand is september met een gemiddelde neerslag van 22 millimeter. Het landgebruik in de polder was in 2007 89% woningbouw, 3% industrie, 5% kantoren en opslagruimten, 2% parken en tuinen en 1% voor overige.
In de jaren ervoor was in de Kelapa Gading-polder sprake van een snelle ontwikkeling, waardoor het een zeer stedelijke polder was geworden. Deze ontwikkeling had ook geleid tot een betekenende afname van de oppervlakte aan open water en onvoldoende bemalingscapaciteit. Daarbij kwam dat het grootste deel van het waterafvoersysteem in de Kelapa Gading-polder door gebrek aan onderhoud niet goed werkte.
De overstromingen konden worden veroorzaakt door hoog water binnen en buiten het gebied. Overstromingen van binnenuit werden veroorzaakt door onvoldoende bergingscapaciteit van het stedelijke waterafvoersysteem en onvoldoende bemalingscapaciteit. Van buitenaf konden de overstromingen worden veroorzaakt door hoge rivierafvoeren en hoog zeewater. Daarbij speelde ook een rol dat de waterlopen in de polder niet volledig van het buitenwater waren afgesloten. Ook waren de waterafvoersystemen binnen de Kelapa Gading-polder niet goed met elkaar verbonden. Zo waren sommige waterafvoersystemen niet aangesloten op het hoofdafvoersysteem. Daarnaast kwam er veel vast afval en waterplanten het waterafvoersysteem voor. Dit had ertoe geleid dat in het gebied tijdens het regenseizoen regelmatig overstromingen optraden.
Bodemdaling is een bekend fenomeen in Jakarta en treedt ook in de Kelapa Gading-polder op. De bodemdaling in deze polder werd geschat op 3 tot 6 centimeter per jaar. De gevolgen van de bodemdaling konden op verschillende wijzen worden gezien, zoals scheuren in gebouwen en wegen, veranderingen in de loop van rivieren en kanalen, uitbreiding van overstromingsgevoelige gebieden, slecht functionerende waterafvoersystemen, toename van binnendringend zeewater en verhoogde invloed van het getij. Door rekening te houden met een bodemdaling van 5 centimeter per jaar over 25 jaar zou de bodemdaling in totaal ongeveer 1,25 meter bedragen.
Een van mijn Indonesische studenten had het waterbeheer van deze polder tot onderwerp van haar masterthesis gekozen. Zij heeft toen gevonden en het percentage open water slechts 0,3% van het polderoppervlak was en de bemalingscapaciteit 67 mm/dag. De bergingscapaciteit en/of de bemalingscapaciteit moesten dus worden vergroot om de ontwerpneerslag met een kans van optreden van 4% per jaar, waardoor het gebied kon overstromen naar behoren te kunnen bergen en afvoeren. Met een computer programma heeft zij toen nagegaan hoe dat het beste zou kunnen.
Ook hebben we tijdens een van mijn bezoeken aan het land samen het gebied bezocht om de kritieke punten, zoals de plaatsen waar goede verbindingen tussen de waterbeheersystemen binnen de polder ontbraken en waar open verbindingen met het buitenwater aanwezig waren, te bekijken. De bijgevoegde foto’s zijn tijdens deze trip genomen. In haar masterthesis is alles keurig in kaart gebracht. Ik hoop dat dit er ook toe heeft bijgedragen dat het waterbeheer van deze polder inmiddels ook is verbeterd, want dit is wel een essentiële voorwaarde om hier goed te kunnen wonen en werken.