Burgemeester Keijzer kwam naar Urk vóór de oorlog. Ik weet nog dat hij toen op Urk aankwam. Zijn vrouw liep ook bij die groep en toen zei ze tegen iemand: "Een kwartje als je op zijn pijpen kan trappen." Dat hoorden natuurlijk krek weer Urkers! Zijn vrouw was de dochter van een dominee.
In de oorlog is Keijzer nog opgepakt en heeft hij in Amersfoort gezeten. Na de oorlog had hij iemand geholpen met geld, die hier een fabriek zou starten, maar dat is niks geworden. En toen was dat geld zoek. Ze denken altijd nog dat hij dat geld voor zichzelf gedaan heeft, maar dat was niet waar. Dat wil ik wel graag een keer gezegd hebben.
Keijzer een goede burgemeester? Tja, in wiens ogen ben je goed en in wiens ogen ben je niet goed? Zit maar eens in de raad of in een kerkenraad. Dan zit je in een glazen kastje. Hij had drie dochters. Wel leuke meiden. Die waren ook wel vriendinnen met Urker meisjes.
Je sprak de burgemeester wel eens. Ik ben nog een keer voor een huis bij hem geweest. Dat wilde ik huren, maar dat was al verhuurd. Je groette beleefd als je hem tegenkwam.
Landman, ja! Hij was banketbakker in Kampen. Ik had niets met hem te maken. Hij zat er, klaar. Maar ik moet van hem zeggen: hij probeerde wél eten voor Urk te krijgen. Hij is nog eens met een lading jam gekomen, met een boot. Ik denk dat hij toen met Luut van Bonsien daar heen geweest is, die had een beurtschip. Die Luut (Kamper) heeft ook nog vastgezeten na de bevrijding.
Ik heb niet meegekregen dat Landman hier werd geplaatst, want ik was gewoon aan het werk de hele dag. Je komt er wel achter doordat er gepraat wordt. Ze noemden hem op Urk natuurlijk de koekenbakker, ja, dan moet je net op Urk terechtkomen! Ik dacht dat hij niet erg geliefd was bij de bevolking, omdat hij van het handje opsteken was. Ik geloof dat hij wel een tijdje op Urk heeft gewoond.