Je kreeg hier toen die Zuiderzeewerken. En dat was ook wel eens vechten met die vreemde snuuten. Eerst werd de werkhaven gemaakt. Door de firma Bakker & De Groot. Toen heeft Dirk Blankenvoort een klein stukje dijk gemaakt en zo is de dijk ontwikkeld hier. Later is weer een stuk aanbesteed, ook aan de noordkant. Daar heb ik zelf nog aan gewerkt in 1939. Er was allemaal rijshout voor die zinkstukken opgeslagen op de haven. Al dat rijshout is toen verbrand, en ook het riet dat daar opgeslagen was.
Er werkten ook veel Urkers mee aan die Zuiderzeewerken. Ja, hoor! Je had de puinvlakkertjes, dat waren jonge jongens van vijftien of zestien jaar. Die zaten al op de dijk. Dat kwam dan onder dat basalt. Daar ging eerst een krammat in van stro en daar werden dan twee vlaklagen van puin op gelegd. Je moest er een vloer van maken, zocht je hele en halve uit, zodat je een verband kreeg. En daar werd dan weer later fijner puin opgegooid en dáárop werden die stenen gezet. We hebben zelfs het Rotterdamse puin nog daarvoor gebruikt, later, voor onderhoud van de dijk. Die jongens zouden eigenlijk gaan vissen, maar konden niet met de vloot mee, want de hele vloot wás al bezet, tenminste, wat er toen nog was. Je had nog meest van die zeilbotters en een paar met een motor, maar dat was ook "hooi op en koe dood". Echt, we leven nu multimiljonair. Hier zit ik nu al vanaf mijn 65e en elke maand komt het binnen. Dat had je vroeger niet, hoor.