Deze polders liggen in de regel in de vlakten langs rivieren, in depressies in het landschap en in de kust en deltagebieden. Drie typen polders kunnen worden onderscheiden: i) drooggemaakt laaggelegen land; ii) bedijkingen langs de kusten; iii) drooggemaakte meren. Naast Nederland zijn landen met veel polders Bangladesh, China, Duitsland, Japan, Verenigde Staten en Zuid Korea.
Kenmerkend voor polders is, dat deze gebieden zonder kunstmatige waterbeheersing in de vorm van drainage en kunstmatige afvoer van water, eventueel gecombineerd met irrigatie, en bescherming tegen overstromingen ongeschikt zijn voor bewoning, landbouwkundige exploitatie, bebouwing, etc. De droogmakerijen, waartoe de IJsselmeerpolders behoren, vormen hiervan het meest uitgesproken voorbeeld, aangezien hier direct vanaf het begin bemaling noodzakelijk is. De polder Flevoland - bijna 1.000 vierkante kilometer - is daarnaast in zoverre specifiek, dat direct na de ontginning meerdere bestemmingen tot ontwikkeling zijn gebracht, iets dat elders op de wereld, op deze schaal en op de wijze waarop het is gerealiseerd nog nergens anders is uitgevoerd.
Polders zijn aangelegd in verschillende klimaten, onder de zeeniveau, maar ook ver daar boven, in verschillende vormen en kwaliteiten. Voor zover bekend, is in de wereld tot nu toe ruim 750.000 vierkante kilometer op enigerlei wijze ingepolderd. De diepste polder is wellicht de Zuidplaspolder in ons land, waar ten noordoosten van Nieuwerkerk aan de IJssel het diepste punt op circa 6,75 meter onder NAP (Normaal Amsterdams Peil) ligt. De hoogste polders liggen vermoedelijk in de Kafue Flats in Zambia. Deze polders liggen op ongeveer 1.030 meter boven zeeniveau. Er zijn echter polders die niet zo diep zijn, maar wel lager liggen dan de Zuidplaspolder. Zo liggen er langs de Kaspische Zee polders op bijna 30 meter beneden NAP. Hierbij moet echter worden bedacht dat het niveau van de Kaspische Zee op ongeveer 28 meter beneden NAP ligt.
Polders lopen uiteen van zeer primitief tot zeer geavanceerd. Zo liggen er in de benedenloop van de rivieren in West Afrika vele kleine poldertjes met één tot twee meter hoge dijkjes en een afsluitbare duiker voor de waterafvoer, en eventueel voor wateraanvoer. In Taiwan ligt een polder met zeer hoogwaardige fabrieken en kantoren erin, die voor zover mij bekend de sterkste bemaling heeft met een capaciteit om per dag over het oppervlak van de polder een waterschijf van maar liefst circa twee meter uit te malen. Ter vergelijking, in onze verstedelijkte polders is de bemaling capaciteit hooguit een waterschijf van 25 millimeter per dag.
Het merendeel van de polders is aangelegd voor landbouwkundig gebruik, waarbij onderscheid is in het verbouwen van rijst, waarbij tijdens het groeiseizoen een zekere inundatie wordt gerealiseerd, en het verbouwen van droge gewassen, waarbij een bepaalde grondwaterstand wordt gerealiseerd, daarnaast zijn er stedelijke en industriële polders, maar bijvoorbeeld ook polders voor vliegvelden en oliewinning. In Zuid-Soedan is een polder voor een vluchtelingenkamp aangelegd.
Voor het beheer van de polders moet onderscheid worden gemaakt in het waterbeheer en de bescherming tegen overstromingen. Voor wat het waterbeheer betreft wordt doorgaans onderscheid gemaakt tussen de gewenste omstandigheden, vooral met betrekking tot het waterpeil en de situatie onder extreme omstandigheden. Hierop wordt het ontwerp van de waterbeheersingssystemen en het gewenste beheer en onderhoud afgestemd.
Voor wat de bescherming tegen overstromingen betreft kunnen in principe drie soorten bescherming worden onderscheiden. Het meest eenvoudige is de bescherming tijdens het groeiseizoen van de gewassen. Een stap verder gaat de bescherming tijdens het grootste deel van het jaar, maar niet meer tijdens de piek van de waterafvoer op de aangrenzende rivier. Dit heeft namelijk het voordeel dat er tijdens de piek ook veel vruchtbaar slib in het water zit. Dit blijft dan op de velden achter en kan worden benut bij het volgende groeiseizoen.
Ten slotte zijn er de polders met een bescherming tegen extreme omstandigheden tot een zeker niveau. Wat deze bescherming betreft is er in vele landen, vooral in polders met stedelijke gebieden, een veel te laag beschermingsniveau. Ter vergelijking, onze polders zijn beschermd tegen overstromingen vanuit de rivieren die met een kans van eenmaal per 1.250 jaar kunnen voorkomen. Voor overstromingen vanuit de zee is voor het grootste deel van onze kustgebieden de kans eenmaal per 10.000 jaar.
We hebben een uitvoerig programma om deze veiligheidsniveaus nog verder te verhogen. In vrijwel alle andere landen is het beschermingsniveau gebaseerd op een kans van optreden van hooguit eenmaal per 100 tot 200 jaar, wat vooral voor polders met steden erin tot grote schade kan leiden. De voorbeelden van dergelijke overstromingen zijn er inmiddels vele. Denk maar aan de recente overstromingen in New Orleans, delen van Engeland, verschillende stedelijke polders in China, Bangkok, Jakarta, etc. Vaak wordt de overstroming dan geweten aan klimaatverandering, maar dit is vaak niet de echte oorzaak. De werkelijke oorzaak is doorgaans het te lage niveau van bescherming. We mogen zeer hopen dat hierin komende jaren aanzienlijke verbeteringen worden aangebracht.