Het papier waarop de brief is geschreven en de envelop hebben duidelijk waterschade opgelopen. Uit een sticker die door de PTT op de envelop is geplakt wordt duidelijk hoe dat komt: de brief is afkomstig uit het stoomschip ‘Groningen IV’, dat in de nacht van 8 op 9 januari 1945 voor de kust van Urk zonk na een aanvaring met de ‘Jan Nieveen’. Bij deze scheepsramp kwamen dertien mensen om het leven. Beide schepen waren eigendom van de Groninger & Lemmer Stoomboot Maatschappij, die een lijnverbinding tussen Amsterdam en Lemmer verzorgde.
Na de bevrijding wordt de ‘Groningen IV’ gelicht. De poststukken die in het wrak worden gevonden, worden voor zover dat mogelijk is alsnog door de PTT bezorgd.
Antoons brief werd in augustus 1984 door Mies van Tienhoven-Freriks uit Westervoort (een zuster van de geadresseerde), geschonken aan de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders (RIJP) en werd gevoegd bij de collecties van het toenmalige Museum voor Scheepsarcheologie te Ketelhaven. Na diverse fusies en reorganisaties kwam de brief terecht in de Maritieme Rijkscollectie, ondergebracht in Erfgoedpark Batavialand te Lelystad.
De brief werd, samen met een model van de ‘Jan Nieveen’, geëxposeerd in de tentoonstelling ‘Kleinscheeps’, die in de tweede helft van 2019 in Batavialand te zien was. Een transcript van de brief kwam terecht bij Annemiek Engwerda van het Dorpsarchief Steggerda. Dit Friese dorp ligt vlak bij de plek waar Antoon zat ondergedoken.
Nieuwsgierig geworden, besloot mw. Engwerda onderzoek te doen naar de herkomst van de brief, het lot van Anton en dat van Ida. Dit leidde tot enkele verhalen voor Flevolands Geheugen, die u kunt lezen door op onderstaande links te klikken. Ook kunt u hier een transcript van de "brief van de bodem van de zee" lezen.