Mijn man was in Amersfoort bij de brandweer en hij ging werken in de polder, bij Harderwold, een bungalowpark en camping. Daarom kregen we een woning in Harderwijk, maar omdat hij in de polder werkte, wilde hij bij de brandweer in Harderwijk. Harderwijk wilde het niet hebben en Zeewolde ging een nieuw corps beginnen. Dus hij kwam bij de brandweer in Zeewolde terecht, terwijl we nog in Harderwijk woonden. Toen was de eis van de brandweer dat wij zo snel mogelijk in Zeewolde zouden gaan wonen. Wat wij niet wisten, was dat we de eerste huissleutel zouden krijgen; dat was een complete verrassing ook voor ons.
Ons huis was een huurwoning. Die kregen we via een woningcorporatie die was opgericht door de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders. Joop Poelhekke zat toen bij het bureau in wat nu de voetbalkantine is. Daar zat het woningbureau, de uitgever van de woningen. Doordat mijn man bij de brandweer zat kwamen wij als eersten in aanmerking, samen met mensen van de gemeentepolitie en mensen van de gemeentewerken. De eerste zes huurwoningen die werden opgeleverd, werden bewoond door dat soort mensen: mensen van politie, gemeente en brandweer. […]
[De dag van de sleuteluitreiking] was een verrassende dag, ik had me ervoor in het nieuw gestoken. Achteraf ben ik daar nog blij om, want met al die foto’s was het goed dat ik er goed uitzag. Het is leuk om op terug te kijken. Er was heel veel belangstelling van de pers, ook landelijk, want we kwamen ook in de landelijke kranten. Zeewolde was het laatste dorp dat in Nederland gebouwd zou worden. Wij waren de eerste inwoners van een nieuw dorp, waarvan men toen nog niet wist hoe groot dat zou worden.