Ze plantten eigenlijk ieder jaar een stuk aan. Dat kostte natuurlijk ook ontzettend veel geld, en je kon ook alleen in een bepaalde periode planten. Wanneer ze daar mee begonnen zijn? Ik denk rond 1985, maar dat durf ik niet te zeggen. De eerste percelen liepen vanaf het pompstation richting de kern van Zeewolde. Daar loopt een tocht en daar werd het eerst aangeplant. Ze hebben langs de wegen eerst aangeplant, zodat ze toch binnenin nog akkerbouw hielden. Ze hebben het bos in stroken aangeplant. Dat waren heel veel populieren. Het merendeel was populieren. Ja, die groeiden snel. Dat was voor het hout, want het waren productiebomen. Het bos is aangeplant als productiebos. Die bomen haalden ze er weer af. Dat wordt nu nog steeds gedaan, en dan wordt het bos weer opnieuw aangeplant.
Voordat die bomen zo hoog waren dat je er niet meer overheen kon kijken, gingen er toch heel wat jaartjes overheen. Zo langzamerhand wende je eraan. De gedachte was eerst van: “Oh, dan zit je zo opgesloten.” We waren zo gewend om van je af te kijken, je ziet alles op je af komen hè, het gevaar of wat het ook was. We dachten eerst dat we ons heel erg opgesloten zouden voelen, maar het ging zo langzaam.
Later gingen de hekken ook dicht, na 11 september [2001], toen gingen de hekken dicht. Voor die tijd waren de hekken altijd open, stonden ze altijd open. We deden ze ook nooit dicht. De mensen van het pompstation die daar kwamen, deden ze ook nooit dicht.