Een kans om door te groeien komt er voor Hans Gruijters in 1985, als van Flevoland een zelfstandige provincie wordt gemaakt. Gruijters wil de Commissaris van de Koningin worden van de nieuwe provincie. Dat is begin jaren tachtig niet zo vanzelfsprekend als het lijkt. Het zijn de burgemeesters van de poldergemeenten die gezamenlijk optrekken in een lobby om van de polder een zelfstandige provincie te maken. Daarin hebben Gruijters en Lammers de leiding. De kabinetten-Den Uyl en Van Agt I wilden er niet aan. In 1981 is Ed van Thijn als minister van Binnenlandse Zaken als eerste minister wel een voorstander van het zelfstandig maken van Flevoland. Het kabinet waarin Van Thijn minister is zit er te kort om er een wet van te kunnen maken. Maar de Flevolanders hebben de mazzel dat de wind binnen de VVD anders is gaan waaien. Hans Wiegel was nog een fel tegenstander van het plan. Ed Nijpels en zijn minister Koos Rietkerk vinden het daarentegen wel een goed idee.
Op 14 januari 1983 besluit het eerste kabinet Lubbers dat Flevoland een provincie moet worden. Het besluit is niet vanzelfsprekend tot stand gekomen. De overige provincies hebben er de nodige problemen mee. Zeker Overijssel, dat Urk en de Noordoostpolder dan al enkele decennia onder zijn hoede heeft, is niet blij met het verlies van een grote lap grondgebied en bijbehorende rijkssubsidies. Vanuit Zwolle worden de burgemeesters van beide gemeenten onder druk gezet. Deze blijven echter hun rug recht houden. Vanaf 1984 worden ze versterkt door de nieuwe gemeenten Zeewolde en Almere. Ook Gelderland en Noord-Holland maken graag aanspraak op het nieuwe grondgebied. Verder zijn er in de Eerste Kamer veel moeilijkheden. De Drontense CDA-burgemeester Cees Dekker moet de CDA-senatoren zo ver zien te krijgen om voor zelfstandigheid te stemmen. Een van de felste tegenstanders is de als dwarsligger bekendstaande Zeeuwse senator Ad Kaland. Als Dekker met hem het gesprek aangaat is een van zijn argumenten: “Weet je wel wie daar in Flevoland Commissaris van de Koningin wil worden, Dekker?” waarmee hij doelt op Gruijters. De inmiddels tien jaar oude, harde aanvallen op de confessionele politici waren nog steeds oud zeer. Als Gruijters en Dekker later via de telefoon overleggen over de stand van zaken, meldt de Drontense burgemeester dat ook de persoon van Gruijters veel weerstand oproept. “Hans, die uitspraak blijft je achtervolgen tot de dag dat je doodgaat.” meldt Dekker. Daar antwoord hij laconiek op
“Kees, dat is ook de bedoeling. Dat is ook de bedoeling!”.
De Eerste Kamer gaat op 25 juni van 1985 uiteindelijk akkoord met een kleine meerderheid van 38 tegen 33 stemmen. Per 1 januari 1986 zal Flevoland de twaalfde provincie van Nederland zijn met een eigen politieke bestuurslaag.
Nu de ambitie om de eerste Commissaris van de Koningin te worden ook echt kan worden bereikt, gaat Gruijters er ook vol voor. Hij maakt zijn sollicitatie dan ook publiekelijk bekend. Als burgemeester van de belangrijke gemeente Lelystad heeft hij duidelijk goede kaarten in handen. Bovendien heeft D66 nog niet eerder een Commissaris van de Koningin mogen leveren, dus zou het redelijk zijn om iemand van deze partij de plek te gunnen, zij het in een kleinere provincie. Deze discussie is er al geweest toen Friesland in 1982 een nieuwe commissaris nodig had. D’66, dat op dat moment in het kabinet zat, probeerde de post op te eisen en polste Gruijters of hij interesse had. Die had hij op dat moment niet. Uiteindelijk werd zijn oude vriend Hans Wiegel de nieuwe commissaris.
Overigens ontstaat Gruijters’ ambitie pas in het begin van 1985, om precies te zijn na een gesprek met PvdA’er Han Lammers. De enige met betere papieren om de post te krijgen is namelijk diezelfde Han Lammers, de voormalige landdrost en sinds 1984 de eerste burgemeester van Almere. Han Lammers (1931-2000) is van dezelfde generatie politici als Gruijters en behoort ook tot de vernieuwers van de jaren zestig. In 1965 is hij een van de initiatiefnemers van de beweging Nieuw Links, die in de periode van 1965 tot 1971 via een lange mars door alle gremia de macht in het partijbestuur weet over te nemen. Met het programma Tien over rood geven ze de PvdA een forse ruk naar links. Daarna was hij een tijdlang wethouder in Amsterdam, waar hij verantwoordelijk was voor het aanleggen van de metrolijn. Omdat er voor deze metro de nodige sloopwerkzaamheden moesten worden verricht, wekte dat veel weerstand bij onder de bevolking. Daar trok Lammers zich weinig van aan en hij probeerde het metroplan door de duwen. In de Nieuwmarktbuurt leidde dat tot rellen. In 1976 verdwijnt hij meer richting de luwte om Landdrost van de Flevopolders te worden.
Gruijters en Lammers hebben een vriendschap die stamt uit de kroegen van Amsterdam, waar beide heren kwamen toen ze actief waren als journalisten. Bovendien hadden de twee veel met elkaar te maken, toen ze in de gemeentepolitiek van Amsterdam actief waren, hoewel ze nooit samen in de raad hebben gezeten. Gruijters gaat er in eerste instantie van uit dat Lammers wel commissaris zal worden. In zijn ogen is Lammers ook degene die er als eerste aanspraak op mag maken. Lammers meldt in een vertrouwelijk gesprek echter dat hij een pas op de plaats maakt. Hij heeft te kampen met hartproblemen en wil het rustig aan doen. Bovendien is de verwachting dat de PvdA in 1986 weer in de regering zal zitten en Lammers aast op een positie daarin. De twee komen tot een herenakkoord dat Lammers niet op de functie zal solliciteren. Met die kennis gaat Gruijters ervoor. Hij meldt zich bij minister Rietkerk en geeft daarbij aan ook de steun van Lammers te hebben en daarbij ook die van de PvdA. Lammers misrekent zich echter in de dynamiek van zijn eigen partij. De partij wil graag iemand op de positie hebben. Maar alle kansrijke leden lijken hun kruit droog te houden voor de kabinetsformatie van 1986.
De PvdA ziet in Lammers de kansrijkste kandidaat en dringt erop aan dat hij zich toch beschikbaar stelt. Na een zomer vol gesprekken met partijprominenten gaat Lammers toch om. Daarmee staat hij direct op pole position. De PvdA is op dat moment een stuk machtiger dan het kleine D66 dat dan net aan het bijkomen is van een crisisperiode. Wel krijgt hij een aanbod tot hulp uit een onverwachte hoek. Het CDA lijkt bereid een deal te sluiten om Gruijters alsnog benoemd te krijgen. Met een nieuw kabinet in aantocht zien ze het als een uitgelezen kans om van D66 de nodige concessies te krijgen. Het is immers goed mogelijk dat D66 een sleutelrol heeft in de formatie. Gruijters slaat dat echter hardhandig af. “Aan dat soort koehandel doe ik niet. We zijn geen bananenrepubliek” is zijn reactie.
Er spelen ook enkele lokale zaken mee die niet in het voordeel van Gruijters zijn. In het voorbereidingslichaam, dat de voordracht van de kandidaat zal doen, zitten enkele invloedrijke raadsleden uit Lelystad. In de vertrouwenscommissie zitten onder meer de leden Pieter Loos (VVD) en Evert Vermeer (PvdA). De wijze waarop Gruijters het politieke debat beheerst, heeft kwaad bloed gezet. Ook zien ze in hem niet echt de verbindende persoon die een provincie nodig heeft. Loos verklaart daarover.
“Gruijters is een hele bijzondere man. Ik was van hem onder de indruk: Intellectueel, geweldig. Maar geen teambouwer. Hij was in de gemeenteraad van Lelystad zo overtuigd van zijn kwaliteiten, dat hij sommige gemeenteraadsleden, niet mij, het werk onmogelijk maakte. Dus dat kan hij niet. Met alle kwaliteiten die hij verder wel heeft. Ik denk dat Gruijters niet geschikt is voor het opbouwen van dat proces en Lammers heeft dat heel goed gedaan.”
Wanneer de vertrouwenscommissie zijn resultaten bekendmaakt, is het Han Lammers die als enige kandidaat naar buiten komt. Dit tot grote ontsteltenis van Gruijters. De schending van de afspraak verwoest het vertrouwen en de vriendschap voorgoed. Lammers biecht tijdens een diner op dat hij toch gesolliciteerd heeft. Naar verluidt verlaat Gruijters, die zich ernstig verraden voelt, per direct de tafel en heeft daarna zo min mogelijk meer met Lammers gesproken. Hij schrijft er nog wel een boze brief over aan PvdA-leider Joop den Uyl. Het conflict wordt in de media breed uitgemeten. In de Telegraaf is hij niet bepaald zuinig met zijn frustraties:
“Het schandelijke is dat ik Lammers als een vriend zag. Ik heb altijd zijn politieke loopbaan bevorderd. Hij stelde mij pas op de hoogte na zijn sollicitatie met het smoesje, dat er zoveel aandrang was uit de partij. Ik ben er echt door verbitterd. Zo ga je als vrienden niet met elkaar om.”
Als niet veel later door Lammers de A6 geopend wordt, die Flevoland aan het snelwegennet koppelt, laat Gruijters uit verontwaardiging verstek gaan. Beide nemen zich voor om het in interviews niet te hebben over de kwestie. Gruijters speelt aanvankelijk met het idee om geen burgemeester meer van Lelystad te willen zijn, met Lammers als commissaris. Hij heeft ook interesse gehad om burgemeester van zijn geboorteplaats Helmond te worden, en ook in Rijswijk is een kans. Uiteindelijk besluit Gruijters om zich toch te laten herbenoemen. Volgens de krant om Lammers te kunnen pesten.
Een pesterijtje terug is er in ieder geval. Hoewel Lammers pas op 1 januari 1986 benoemd wordt, is hij al wel voorzitter van het voorbereidingslichaam, omdat Gruijters herbenoemd moet worden als burgemeester. Lammers laat via de secretaresse weten dat Gruijters zich ergens in december even moet melden voor een beëdiging. Die had hem nog niet eerder zo kwaad gezien. Maar de secretaresse verzint een list. Flevoland zou pas op 1 januari 1986 een commissaris hebben, maar Gruijters moest voor die tijd zijn herbenoemd. Minister Rietkerk, die in zijn huisje op de Veluwe verbleef, werd daarom opgebeld. Hij moest Gruijters namelijk officieel herbenoemen, en dat gebeurde. De ruzie leidt tot de bizarre situatie dat het provinciehuis en het gemeentehuis, die in elkaars zicht liggen, worden geleid door twee met elkaar gebrouilleerde personen. De nodige onderlinge contacten zijn voor de locoburgemeester van Lelystad.
De burgemeester zelf communiceert de eerste tijd via gedeputeerde Evert Vermeer. Na zo’n anderhalf jaar is de spanning genoeg gezakt om de twee weer op professioneel niveau te kunnen samenwerken. Volgens Vermeer is het een en ander later wel uitgepraat. Maar de vriendschapsband is niet meer hersteld. Voor Lammers persoonlijk is de benoeming overigens een goede zet geweest. De PvdA weet in 1986 geen plek in de regering te veroveren en dus er waren geen kabinetsposten te verdelen. In 1992 bezoekt koningin Beatrix Lelystad. Ze trekt daarbij op met zowel Lammers als Gruijters, waarmee ze een bustour maakt. Het moet een ongemakkelijke dag zijn geweest. Na het aftreden van Lammers in 1996 gaat de post alsnog naar een D66-lid. De Wageningse burgemeester Michel Jager mag dan zijn intrek nemen in het provinciehuis.