Vader Croes beoefende tal van visserijen en bezat veel soorten viswant. Wat niet direct werd gebruikt, lag en hing opgebost op zolder. In de wintermaanden werd het viswant vernieuwd, nagekeken en gerepareerd.
“Wij waren veel drukker ’s winters dan in de zomer, dan zaten we met z ’n allen te breien. Eerst die haringnetten klaar maken, nieuw instellen. Ansjovisnetten ’t zelfde, botnetten. Van vader moesten we ’s morgens al beginnen en niet eerder d’r af of dat strenkien moest af wezen.”
Na het overlijden van zijn vader, hielp de familie het bedrijf gaande te houden.
“Dat is zo mooi in Vollenhove. ’n Broer van mien moeder had zes grote jongens, dus mien broer Derk die ging over naar mien oom en wij kregen d’r één van 22. Die ging met mien oudste broer van 15 … naar zee. Ik ging als derdemannetje [mee]. …het was een hard leven hoor!”
Op de foto zien we een volwassen Luite Croes en knecht Klaas Vis. Ze halen de dwarskuil in en er is zo weinig wind dat ze de bezaan bij hebben laten staan. De foto is omstreeks 1937 gemaakt en laat zien dat de lading achterin een bons doorgaans dwarsscheeps lag, in het midden steunend op een balk.