We hadden vrij snel te maken met de 4 mei-herdenking. Ik heb de oorlog redelijk bewust meegemaakt en ik heb het altijd heel goed gevonden dat een jonge bevolking, die na de oorlog was geboren, er behoefte had aan om 4 mei te vieren.
De eerste 4 mei-herdenkingen, die door de dorpsvereniging werden georganiseerd, waren wel wat primitief. Er werden een paar stoeptegels uit de straat getrokken om daar een vlag neer te zetten en daaromheen werd iets met padvinders georganiseerd. Er werden geen toespraken gehouden. We kwamen bij elkaar met een koor en een muziekkorps en dan, zodat als dat elders gebeurde, werd er twee minuten stilte voor overpeinzing in acht genomen.
We vonden al gauw dat het anders moest. Toen kwamen bij werkzaamheden op het land allerlei vliegtuigresten tevoorschijn, waaronder ook propellers. Het idee ontstond om een vliegersmonument te maken. Op dat moment was nog nergens in Nederland een vliegersmonument. Piet Jellema heeft toen een ontwerp voor het monument gemaakt. De propeller was eigendom van de Luchtmacht en dus vroegen we haar of één van de propellers mocht worden gebruikt voor het oprichten van het monument. De Luchtmacht vond dat goed.
De onthulling van het monument was een hele happening, want de Luchtmacht was bereid de Luchtmachtkapel naar Dronten te laten komen. Zo is het gegaan. De militairen kwamen met de bus naar Dronten en werden in het kamp van Dronten ondergebracht.
Het monument heeft gestaan waar later De Meerpaal is gekomen en toen is het naar de plaats gebracht waar het nu staat. Het gemeentehuis stond er toen nog niet en kreeg pas later zijn plaats achter het monument.