De gedachte was om iets aan het tienjarig jubileum, het eerste kroonjaar, te doen. Dat hebben we vanuit de dorpsvereniging opgezet. Er werd een fokveedag georganiseerd. Dan moet je ook de landbouworganisaties erbij betrekken. En er was een manifestatie van werktuigen. Er werden concours hippique gehouden. Je probeerde alle verenigingen die bestonden daar een functie in te geven. En dan kom ik op De Meerpaal.
Het was spannend of De Meerpaal wel of niet op tijd klaar zou zijn. Nou, hij was niet op tijd klaar, maar we wilden als dorpsvereniging toch een dorpsfeest hebben. Dus was het even moeilijk: hoe pakken we dat aan, want in die tijd had je dus in den lande meer wat grootschaligere feesten die uit de hand liepen met een hoop heisa en vechten en drank. Dus, ik toen overlegd met Otto: 'Hoe doen we dat.' Want het is eigenlijk een schitterende gelegenheid om dat gebouw te gebruiken voor dit doel, om het feest te hebben op het marktplein dat in dat gebouw zat. Nou, dat werd akkoord bevonden. Het was niet te verzekeren. Het was wel net opgeleverd, dus het was eigendom van het openbaar lichaam, en allemaal glas aan de buitenkant. Dus daar hebben we wel met het zweet in onze handen gestaan, want als bestuur was je natuurlijk verantwoordelijk. Dus we hadden daar ook goed afgesproken: we moeten erbij zijn - en dat herinner ik me nog wel – en moeten steeds door het hele feest door blijven lopen, lege flesjes weghalen, voordat er mee gesmeten kon worden.
Maar dat is toen een fantastisch feest geweest. We hebben toen ook nog de luchtmachtkapel gehad, dat kwam uit alle relaties die we met de Luchtmacht hadden. Dat was toen erg leuk. De luchtmachtkapel was de eerste militaire kapel in Nederland die een beetje swingerig speelde, Amerikaans! Dirigent was Van Diepenbeek en die heeft zich daar lekker in uitgeleefd. Die had er ook wel zin in. Dat was op zich een hele organisatie. Die mensen wilden dat ook van te voren uit proberen, hoe dat zat met de akoestiek en hoe dat dan ingericht moest worden. Dat deden zij allemaal! Zij hadden een podium.
Maar we moesten onderdak hebben voor die kapel en Diepenbeek heb ik gewoon thuis te logeren gehad. Die kon je niet tussen die soldaten in het kamp stoppen. Dus de soldaten zaten in het kamp. Dan kon allemaal, omdat je de weg wist. Ik weet nog wel: Diepenbeek – dat was schitterend hoor. Het was echt een man van standing. Ik weet nog goed: we hadden hem naar de logeerkamer gebracht bij ons, dat hij ’s avonds de schoenen buiten de deur zette, omdat hij dacht dat die wel gepoetst zouden worden. Dat hebben we niet gedaan, hoor! Die kleinigheidjes, die blijven je dan bij. Een heel plezierige man verder. Ook heel prettig mee samengewerkt. We hebben een concert gehad met alles erop en eraan.
Dat orkest was ook een beetje om de bruikbaarheid, ook voor dit soort dingen voor muziek op die overdekte markt zich te laten afspelen. De kapel zat voor de bogen van de kuip en de menigte stond daar tegenover. Je moest allemaal stoelen organiseren, maar dat kon gelukkig allemaal met materiaal van het Centraal Magazijn. Die had allerlei spullen in beheer en voorraad die gebruikt konden worden in de kampen.