Op de SGL heb ik de middelbare school doorlopen. Dat was nieuw. Nee, dat had een andere naam. Ik heb op de Middenschool gezeten. Ja, ik heb drie jaar op de SGL gezeten. Dat was hartstikke interessant, dat was hartstikke leuk. Dat waren fijne jeugdjaren. Je had nergens last van, want je bent jong, maar daarna. Ik ging van de SGL naar De Brug, nu Arcus. Daar heb ik autotechniek gedaan. Ik had er eigenlijk niets mee. Ik kon ook hoger. Het advies was volgens mij MAVO of HAVO, maar ja, je bent jong en je denkt:
“Misschien gaan we terug naar Marokko.”
Toen ben ik naar De Brug gegaan en heb daar twee jaar autotechniek gedaan. En daar begon het gevoel van, je bent anders, je bent een buitenlander. En dat zie je nu ook: kinderen tot twaalf jaar voelen zich gewoon burger van Lelystad, van Nederland, en daarna beginnen ze opmerkingen te krijgen en beginnen ze de dingen te snappen en te horen en te plaatsen. Je begint je bewust te worden van je identiteit: wat ben ik nou? Want je begint al met het idee van: we gaan emigreren. Waarom zit ik op school? Waarom leer ik dit? Waarom leer ik dat? Je doet het wel, maar je doet niet je best. Je weet het wel, maar ik ga toch naar Nederland! Het wordt toch heel anders. En dan kom je hier en dan heb je het idee: hé, ik moet hier wat opzetten, ik moet wat opbouwen. En dat doe je dan ook totdat zestien jaar en dan begin je dingen te horen en je bewust te worden van: hé, ik ben toch anders, ik word anders gezien. Dat speelt ook.