In 1986 hoorde ik over een toelatingstoets bij de Universiteit van Amsterdam. Die was eigenlijk bedoeld voor alle Arabieren die afkomstig zijn uit de Arabische landen, met name Marokko en Tunesië, om gewoon een opleiding te gaan volgen voor het vak Arabisch. Dat was gewoon MO Arabisch, Middelbaar Onderwijs Arabisch voor leraren. Ze hadden ook een aantal voorwaarden. Ik heb toen de toelatingstoets gemaakt en ben geslaagd. Toen ben ik toegelaten tot de Universiteit van Amsterdam en heb daar de MO-opleiding gedaan, vier jaar lang. Na het eerste jaar heb ik mijn propedeuse gekregen. Ik werkte toen ook nog. Ik werkte samen met mijn man gewoon op zijn bedrijf [Hakbijl BV in Lelystad], maar ik was eigenlijk niet tevreden met mijn positie als arbeider binnen het bedrijf. Ik wilde gewoon meer bereiken.
Nadat ik geslaagd was voor mijn propedeuse ging ik met de baas spreken. Dat was een heel goed gesprek:
“Ik ben gewoon een vrouw met ambitie. Ik wil richting onderwijs gaan. Ik doe dit werk, maar het is niet mijn passie. Ik wil gewoon verder gaan.”
Mijn baas stond er helemaal versteld van. Wat zullen we nu hebben?! Maar hij was heel erg blij en zei:
“Ik moedig je aan! Wanneer wil je vrij hebben, zodat je gewoon je studie kunt volgen?”
Ik moest toen vier jaar lang op woensdagavond en vrijdagavond studeren, dus van zes tot tien. Dat was niet gemakkelijk. Er was toen nog geen trein in Lelystad. Ik moest met twee bussen naar Amsterdam: Lelystad-Almere en Almere-Amsterdam. Ook tijdens de Ramadan, de vastenmaand. Als ik er aan terugdenk denk ik: nou kijk, ik moest echt vechten voor mijn carrière!