Dat bolletje moest elke vrijdag, zaterdag geteerd worden. Dat moest schoongemaakt. Het kacheltje moest gepoetst worden. De laninkjes [= planken brug of overloop] moesten schoongemaakt worden. En dan kwam ie ook nog zo onder de plecht als er nog zwartsel aan zat. (…) Ja, elke zaterdag moest het kacheltje gepoetst worden, en moest je de zolder van de plecht afnemen. Kastjes schoonmaken. Daar was geen pardon bij hoor. Al werd ’t ook zaterdagsavonds 10 uur. (…) Ja, dat moest. Dat kacheltje moest ’s maandagsmorgens glimmen. Maar daarom… vader was een harde leermeester. Dat zeg ik: ik was 16 jaar en mijn broer moest nog 15 worden en dan gingen wij beiden naar zee toe hoor. Nou, dan moet je nóu eens zien.
Bij vader aan boord van de bol
Hendrik Jan Kiefte uit Vollenhove was de zoon van een visser. Al als kind moest hij zijn vader helpen:
Bron: Batavialand te Lelystad, Audiovisueel Archief, Project De zeilvisserij op de Zuiderzee en het IJsselmeer, Interview met H.J. Kiefte 1984.