Ze konden een tijdje hier langs het noorden op de dijk en dan naar Swifterbant en van Swifterbant naar Dronten. Dat was niet officieel. De dijk werd afgesloten met een slagboom. We hadden ruzie met een dominee. Die belde mij een keer op; hij moest over die dijk naar Dronten toe. Ik zeg:
"Ik weet helemaal niet waarom."
Hij was dominee en hij vond dat hij een vergunning moest hebben, een papieren vergunning voor het weggetje op de dijk. Een heel smal weggetje. Je kon er langs rijden, maar ik gaf daar nooit vergunning voor. Daar had ik de pest aan.
Een mooi verhaal: we hadden een politieman, Dijkstra, 'Kneppeltje' bijgenaamd, en daar had ik de afspraak mee: als hij iemand aanhield op een weg die niet openbaar was en die man had geen goed verhaal, dan was hij niet bevoegd.
[Mevrouw Middelburg]: Die weg was niet verantwoord. ls er iets op die weg gebeurde, dan was je verantwoordelijk.
Dijkstra was de man die de orde moest handhaven en dan werd op het eiland heel vaak stiekem gevist en paling gerookt. De Jong, de kampbeheerder, was daar een liefhebber van. Hij werd door zijn vrouw gewaarschuwd als Dijkstra er aan kwam.