Na een jaar ben ik verplaatst naar het Atlasgebergte, ver van Aknoul vandaan. Een hele mooie omgeving, sneeuw op de bergen, echt een prachtige omgeving, maar ver van huis. Daar ben ik een jaar of vijf gebleven. Dat was heel moeilijk. Ik heb het er echt moeilijk gehad. Ja, heimwee en … Marokko was nog in opbouw. De wegen waren niet goed en de communicatie was niet goed. Je bent daar afgelegen, dus, kijk maar hoe je je redt. Dat was moeilijk, voor mij en voor de kinderen. Ik had zorg voor mezelf en voor de kinderen die bij mij op school kwamen. Ik had het niet gemakkelijk…. Ik ben daar erg ziek geworden en heb daar een jaar in het ziekenhuis gelegen.
Toen ben ik teruggekomen in het onderwijs, een paar jaar. Ik had een oom die was naar Europa gegaan. Hij zegt:
"Wat doe je hier in deze bergen? Je moet meegaan. Dit is niets voor jou!".
Hij begon mij om te praten.
"Nee, kijk, ik ben onderwijzer. Ik kan niet zo maar mijn werk achterlaten en weggaan. Dat kan niet!". "Dat kan wel! Daar ga je het beter krijgen. Je zit je tijd hier te verdoen!" "Nee, ik zit mijn tijd hier niet te verdoen; ik help mijn broeders en zusters!"
Maar ja, hij was gek op mij, mijn oom, een broer van mijn vader.
Toen heb ik ingestemd. We hadden op school in de zomervakantie drie maanden vakantie. Ik zeg:
"Weet je wat?! We doen het zo. Wij hebben toch drie maanden vakantie. Ik ga met je mee in de vakantie, als ik daar iets beters kan vinden waar ik beter aan kan verdienen, dan blijf ik, anders kom ik terug naar mijn werk." "Is goed. Prima. Dan doen we dat!" [...]
Ik kwam in augustus 1965 met mijn oom naar Frankrijk. Dat was toen in de zomervakantie en ik ben niet meer teruggegaan.