Lelystad was echt het beginpunt in ons leven. Toen begon ik te begrijpen wat leven is: Lelystad. We kwamen hier wonen, we wisten nog niets. We waren tien jaar en speelden alleen maar. Maar toen we hier kwamen begon het voor mij. In Lelystad was toen het jongerencentrum Bodewi in het Lelycentre [Bovendewinkels, red.], HAHO , De Klinker. Ik heb dat allemaal meegemaakt. In het begin hield Lelystad op bij de rotonde van de SGL. Er was één weg via de dijk naar Lelystad-Haven. De Gordiaan bestond nog niet. Toen we hier kwamen wonen was er niets. Op de plek van De Kubus stond toen De Boer. De Boer was net verbrand.
We waren jong! Wat deden we: eerst een bal in de hand en dan naar het veld. We hadden een mooi veld naast de school De Klipper. Ik vind het jammer dat dat weg is. Ze hebben daar bomen geplant. Ik vind het jammer dat die jongens daar niet meer kunnen sporten. Want wij hebben daar echt leren voetballen: De Inktvis, De Klipper, De Almereschool, we gingen daar met elkaar voetballen.…
Wat was Lelystad nou? Het Lelycentre? Van der Valk was kapper. Albert Heijn, de NMB, SNS, ABN kwam later op een hoekje daar. Meneer Boonstra, de schoenenzaak. Die is daar nog steeds. Het snackbarretje was de visboer. Dat was het snackbarretje. Ik weet het nog: “Mag ik één patat?!” Toen kreeg je een hele bak met patat. Maar ik kon niets antwoorden, want ik was nog maar net in Nederland. Ik zei: “Hele bak!” Hij begon al te lachen. Dan kreeg je een patat: “Laat maar, die is van mij!” Ga je nu naar een snackbar, dan krijg je niets gratis. Ik meen het echt, de mooiste tijd heb ik Lelystad meegemaakt.