Dat de verhoudingen tussen het openbaar en protestants-christelijk onderwijs niet zo goed waren, bleek wel toen ik op school mijn vrouw leerde kennen. Zij was hier als lerares Engels twee jaar eerder begonnen, dus bij de start van het Professor Ter Veenlyceum in 1955. Maar toen wij in 1958 trouwden wilde zij niet langer op deze school blijven. We laten maar even in het midden waarom niet.
Maar kort daarop was er toch weer een baantje vrij - lerares Engels - maar nu op de Christelijke HBS. De heer Van ’t Hul was daar rector en wat hij haar vertelde, kwam hier op neer: "Mevrouw Leber, dit moeten wij niet doen! Uw man werkt bij het openbaar onderwijs en u hier?" "Ja," zei mijn vrouw, "ik ben van huis uit ook gereformeerd!" "Ja, maar die school waar u man werkt en dan … nee, nee, nee, dat moeten wij niet doen!" Zij kreeg de baan niet. Om die reden en geen andere! Ja, dat waren de verhoudingen toentertijd.