De samenleving was erg in beweging. Dat heeft ook geleid tot een grote maatschappelijke onrust rond de voorbereiding van de onafhankelijkheid. Pronk en Den Uyl hebben dat in zekere zin geforceerd. De roep om onafhankelijkheid was aanwezig, maar kwam opeens in een stroomversnelling toen dat vanuit Nederland eigenlijk gepusht werd. Je had bestaande partijen die de onafhankelijkheid nastreefden, met name de PNR [Partij Nationalistische Republiek] van Bruma. Die brachten de zaak opeens in een stroomversnelling en dat leidde tot standpuntbepalingen die diametraal tegenover elkaar stonden. De VHP [Vooruitstrevende Hervormingspartij] van Lachman zei: “Het land moet geen onafhankelijkheid krijgen!” Dat had toen massale emigratie naar Nederland tot gevolg. Grote maatschappelijke onrust. Andere partijen zeiden dat het op een andere manier moest. Dat betekende dat er in die samenleving een gigantische onrust is geweest. Veel branden ook in de binnenstad. Er is toen even sprake geweest van een eigen republiek Nickerie.…
Er is een belangrijk precedent geweest, namelijk de natiewording in het buurland Guyana, oud Brits-Guyana. Daar is de onafhankelijkheid gepaard gegaan met een gigantische burgeroorlog, moordpartijen puur langs etnische lijnen: Hindoestanen tegen Creolen. Vele honderden doden en een systeem daarna wat je een beetje kan vergelijken met Noord-Koreaanse toestanden. Dat was als mogelijkheid op de achtergrond natuurlijk voor een hele hoop mensen een beeld wat men niet wenste en dat leidde ook tot een krampachtigheid in die opvattingen bij bepaalde partijen. Gelukkig is het in Suriname niet zo geworden, maar het had er soms even schijn van dat het zo zou worden.