Maar het is interessant te vragen waartoe dat beleid zoveel jaar later geleid heeft. Als je praat over Lelystad nu qua samenleving en je praat over de sociale cohesie die er bestaat, dan moet je toch zeggen dat bepaalde zaken toch niet echt gelukt zijn. Als ik kijk naar integratie, de mate waarin verschillende groepen bereid zijn en ook in staat zijn om met elkaar om te gaan, samen te werken, dan wordt je niet blij. Het zijn ook leerprocessen. Als je nu realiseert dat je de samenleving niet echt kan maken, maar het heeft jaren gekost om de overheid ervan te overtuigen dat het zo is. Een samenleving kun je niet maken, een samenleving moet ontstaan en in die ontstaansgeschiedenis hier zit natuurlijk iets geforceerds.
Als u vraagt – we wonen hier inmiddels een kleine 35 jaar – wat betekent Lelystad voor je? Je woont hier fijn, je hebt je vrienden hier, kennissen, sociale infrastructuur, maar je affiniteit met de plaats op zich is natuurlijk heel gering. Het blijft een verzameling huizen. Als ik in Paramaribo komt, dan voel je je thuis. Daar ken je iedere straat. Hier heb je dat niet. Dat is een emotioneel iets. Dat vind ik toch heel opmerkelijk. Ik neem me het zelf wel eens kwalijk dat ik hier zo lang woon en mensen die dertig meter van me vandaan wonen niet ken.