Ons gezin bestond uit vader, moeder en tien kinderen (vijf broers en vier zusters). We hadden altijd spanningen in het gezin. Waarom? Mijn vader was de enige kostwinnaar en hij verdiende toentertijd heel weinig. U kunt zich dat wel voorstellen, om een gezin te onderhouden met tien kinderen was er geen geld voor dit en voor dat niet. Dus mijn moeder moest zien alles bij elkaar te houden om ons te voorzien van eten en kleding. Kleding werd door mijn moeder genaaid. De spanning tussen ons onderling was ontzettend groot, omdat wij het niet breed hadden. Als één van de broers of zussen het iets beter had, dan kreeg je altijd strubbelingen tussen elkaar. …
Als kleine jongen ging ik met mijn moeder elke zaterdag naar de markt. Het was een oude markt. Mijn vader was ook werkzaam als timmerman bij die oude markt. Hij was van Openbare Werken en de markt viel onder de gemeente. In 1966 is de oude markt afgebroken en is er door een bedrijf uit Nederland helemaal een nieuwe markt gebouwd. Ik heb ook gewerkt op de Centrale Markt. Ik heb er zes maanden gewerkt, maar nadat ik een ongeluk heb gekregen ben ik ermee gestopt en ben ik gewoon ergens anders gaan werken.