“Ik wil eraan toevoegen,” zo vertelt Jules, “dat toen wij als kinderen werden opgevoed, je een ouder persoon aansprak met oom en tante al was het geen familie van jou.” “Respect!” benadrukt zijn vrouw Cecilia. Jules vervolgt: “Al waren er twintig ooms en tantes, dat maakte niets uit! Het ging om het respect omdat die persoon ouder was. Ze werden nooit bij naam genoemd. Alleen als onze ouders zeiden van ‘Nou moet je naar tante Ella gaan’ en dan ging je daar naar toe. Maar mijn moeder gebruikte ook het woord oom en tante. Zo werden wij opgevoed. Respect! Bij een Creool zei je dan: ‘Dag mevrouw’ of ‘Dag meneer!’ En bij ons Hindoestanen zeiden ze oom en tante. En kijk, in het Hindoestaans heb je ook andere benamingen: nani, nana. Maar meestal gebruiken de Hindoestanen die termen.” “Je behoorde wel tot de familie,” zo verduidelijkt Cecilia, “maar als ik bijvoorbeeld tegen een Hindoestaan zeg: ‘Ik ga naar mijn mausi’, dan weet hij dat die mausi een zus van mijn moeder is.” Bij de moslims worden uiteraard wel andere namen gebruikt, meldt Jules:“Bij de moslims ga je naar je khaala. Dat is je tante (de zus van je moeder). Dus die dingen moet je even gescheiden houden bij Hindoes en moslims.” “En dat geldt ook voor de Javanen,” complementeert Cecilia, “we hadden ook andere benamingen voor onze familieleden.” “Maar,” zo benadrukt Jules, “in principe is het oom en tante.” “Maar respect had je altijd,” zo voegt Cecilia eraan toe, “ook al was het een vreemde, toch zeiden wij altijd oom en tante.”
Respect voor ouderen
1 geïnteresseerde
Jules en Cecilia Rahimbaks vertellen dat zij als kind in Suriname vooral respect moesten hebben voor oudere mensen
Bron: Batavialand te Lelystad, Project Nederlanders – Wereldburgers, interview met Jules en Cecilia Rahimbaks op 22 januari 2013 te Lelystad.