De Noordoostpolder leek mij toch wel prettig, ook in die omgeving. Wij zaten in het iets oudere gedeelte van de Noordoostpolder, dat lag tegen Blokzijl aan. En dat was toch wel ietsje anders opgezet. Je had er wel enkele bedrijven die twaalf hectare hadden, maar de andere wel ietsje minder eigenlijk dan verderop. In de fruitteelt had je nog wel bedrijven van vijf hectare, vijf, twaalf. De grootste waren toen vierentwintig hectare en daar zag je al die verschillen wel.
Ja, ik vond het toch wel, ja, een mooi gezicht, want vlak naast het bedrijf van Helvoort, dat noem ik nou, waar ik gewerkt heb, daar heb je an ook weer jongeren die daar vanuit de bedrijven gekomen waren. Die van Noord-Holland kwamen en die hadden daar dan gepacht en mochten dan daar fruitteelt planten, waarvoor ze het uitgezocht hadden. Maar die hadden net een periode gehad dat het nog heel erg nat was. Dit waren jongens eigenlijk die in de koolteelt gewerkt hebben altijd en die hebben daar de natte periode van ’53 gehad. En zij hebben na die tijd, die natte periode, een ander systeem gekregen. En heel langzaam zijn zij als groenteteler ook overgegaan, omdat het slecht betaald werd. Allemaal zachtjes naar de fruitteelt gegaan.