Ik heb aan de wieg gestaan van het allochtonenbeleid in Amsterdam, het positieve discriminatiebeleid. Dat is jaren geleden hoor. Ik had een onderzoek gedaan binnen de Sociale Dienst in Amsterdam en ik heb gemerkt dat vrouwen niet vertegenwoordigd waren op bepaalde functies. Op de basisfuncties zijn ze oververtegenwoordigd, kom je een kader hoger dan zijn ze er nog wel, kom je daarna nog hoger dan worden ze onzichtbaar en daarboven zie je ze helemaal niet. Ik heb het ook zelf gemerkt. Na een reorganisatieplan in 1995 zijn we overgestapt naar een andere vorm en zijn toentertijd 27 chef werkeenheden benoemd waaronder één vrouw en die vrouw was ik. Ik zei: “Dat kan niet!” Er zijn vrouwen die net zo deskundig zijn dat ze ook die functie zouden kunnen krijgen. Dat vond ik niet goed; na de protesten hebben ze binnen twee weken nog een vrouw als chef werkeenheid benoemd….
Thans zijn vrouwen binnen de gemeentelijke diensten in Amsterdam wel vertegenwoordigd op diverse plekken in de organisatie. Wij hebben samen aan de wieg gestaan dat vrouwen en allochtonen op alle gremia vertegenwoordigd zijn…. Wij hadden toen als doelstelling, dat er ook allochtonen met goede kwaliteiten zijn, maar ze niet worden gevraagd of benoemd en ze niet de kans krijgen om zich te positioneren. Bij gelijke opleiding zou de allochtoon of vrouw voorrang moeten krijgen bij de invulling van de vacature.
Het is goed om vrouwen en allochtonen een leidinggevende positie te geven. Deze doelgroep kijkt soms anders tegen bepaalde zaken aan. Het is een verrijking om deze doelgroepen te laten participeren. Ik stelde mezelf als voorbeeld, hard gestudeerd, veel in mezelf geïnvesteerd. Ik was op een gegeven moment de enige zwarte vrouw bij de Sociale Dienst met een drs. voor mijn naam. En dan ben ik alleen maar chef werkeenheid, terwijl anderen die gewoon een HBO diploma hebben, directeur zijn. Dat kan toch niet? Ik was ook een beetje aan het oppositie voeren. Dat kan je ook je nek kosten. We hebben gestreden en dat heeft vruchten afgeworpen. Ik doe het niet voor mezelf, maar voor mijn kinderen en kleinkinderen.