Onderwijs was belangrijk, want je had die jonge bevolking en je moest ervoor zorgen dat er onderwijsvoorzieningen kwamen. Daar hebben we hard aan getrokken. En we moesten ervoor zorgen dat het onderwijs dat er al was goed liep. Ik herinner me nog wel dat ik elk jaar een ronde langs de scholen maakte om te horen hoe het allemaal ging, en welke wensen er waren, en dan probeerde je dat zo goed mogelijk in te vullen. Wij hadden contact met de Rijksuniversiteit van Groningen, met professor Leon van Gelder, die hoogleraar Onderwijskunde was. Wij hadden dat contact gezocht om een Schooladvies- en Begeleidingsdienst hier te krijgen. Dat contact met de Rijksuniversiteit Groningen heeft buitengewoon goed gefunctioneerd. Die Schooladvies- en Begeleidingsdienst is er gekomen, en heeft later ook voor heel Flevoland gefunctioneerd.
Dat was natuurlijk heel interessant om als jonge gemeente, jonge wethouder en jong gemeentebestuur een heel nieuwe weg in te slaan. Het lag in Nederland niet zo voor de hand dat dat gebeurde. We hadden hier ontzettend goede ervaringen mee. En de universiteit vond het ook buitengewoon interessant, want ik herinner me nog wel dat ik uitgenodigd werd om voor de mensen van de universiteit een verhaal te houden over de gemeente, hoe dat hier allemaal ging. En zo hebben we een hele wisselwerking gekregen. Dat was dus een heel plezierige opbouw van een Dienst voor het Onderwijs. Daar ging het uiteindelijk om, dat dat goed functioneerde.
Bron: Batavialand te Lelystad, Project Provinciewording, Interview met Berend Jan Blikman, 16 september 2010.