Ik weet nog dat de oorlog uitbrak. Mijn vader riep me en stond al buiten. Ik dacht: wat zou er loos wezen? En: wat hoor ik? Toen kwamen de Duitsers al over met de Stuka’s en de vliegtuigen. Mn vader zei: nou, de oorlog is uitgebroken, hoor. We zijn evengoed naar de dijk gegaan en we hebben gewoon gewerkt. En ja, zo ben je daar ook weer ingegroeid, hè.
Ik weet nog dat de eerste Duitsers op Urk kwamen. Ik zat toen bij de Luchtwacht. Die was ingesteld. Je had de Urker Luchtwacht, mijn vader zat daar bij ook bij. Daar is nog een foto van. Die is door Hendrik van Jantjen genomen. Hij staat er zelf ook op. Die was toen al zo modern dat hij hem instelde en dat hij er zelf bij ging staan. De Luchtwacht zat officieel op de vuurtoren en die moesten dan de vliegtuigen melden. Later zijn ze geëvacueerd naar Alkmaar. Toen moest het leger zich terugtrekken.
Ik was bij de burgerwacht. Ik zag die Duitsers komen, drie stuks. Over de dijk vanaf Lemmer. Ik heb ze ook wel met een bootje zien komen. Ze hebben gewoon gekeken op Urk. De zaak was toen bezet. We hadden vanuit het gemeentehuis de opdracht gekregen: als je de Duitsers ziet komen, moet je direct de vlag naar beneden halen. Want als je je vlag liet staan, kon er geschoten worden. Dan ging je aan het knokken met ze. Ik heb die vlag naar beneden gehaald, met m’n nône (oom) Andries Loosman, de lichtwachter. Die drie Duitsers zijn direct weer weggegaan. Ze hebben niet geschoten of wat dan ook.
Je hoorde wel vertellen van het bombardement op Rotterdam. En het kwam voor de radio natuurlijk. Ja, dat was… Daar hebben we dat puin van gehad, op de Kamperdijk en op de Lemsterdijk. Af en toe heb ik zelf met dat puin gewerkt. Als we niet heien konden, vielen we daar even in. Je vond geen persoonlijke dingen, hoor, dat was er al uit, want dat werd met schepen aangevoerd.
Toen Nederland capituleerde kwam er een tweede groep Duitsers op Urk. Die kwamen met een bootje. En later kwam de Luchtwacht van de Duitsers op Urk, bovenop hotel Woudenberg en op de fabriek van bakkerij Gerssen. Daar hadden ze wachtposten.
De sfeer op Urk was eerst "wat zullen we ze doen" enzo. Toen is Christien Verstelle met de dorpsomroeper door het dorp gegaan om te vertellen over België, dat daar zoveel mensen waren afgemaakt door de Duitsers.