Priester Heinricus

De eerste Nederlandse watermanager in het buitenland

beeld van Priester Heinricus bij de Woudse Dom in Rijnsaterswoude

Standbeeld van Priester Heinricus bij de kerk in Rijnsaterwoude (foto Bart Schultz)

Alle rechten voorbehouden

In een eerdere bijdrage aan Flevolands Geheugen over Inpolderingen door Nederlanders in het buitenland heb ik gemeld dat de eerste vermelding Priester Heinricus betrof die met een groep kolonisten in 1106 ten noordwesten van Hamburg veengebieden heeft ontgonnen in het gebied dat Altes Land wordt genoemd. Hierbij was aanvankelijk nog niet zozeer sprake van inpoldering, maar werd na verloop van tijd door oxidatie en inklinking van het veen ook bescherming tegen overstromingen noodzakelijk en ontstonden er polders.

Priester Heinricus was afkomstig uit het inmiddels verdwenen dorp Jacobswoude. Volgens het informatiebord bij het monument ter herinnering aan het dorp ontstond dit tijdens de ontginning van het veengebied. Dit gebied viel sinds 985 onder de zeggenschap van de graaf van Holland. Deze gaf blokken in zijn gebied voor ontginning en landbouw uit aan kolonisten. Dit werden cope-ontginningen genoemd. Dergelijke ontginningen vonden in de late Middeleeuwen in verschillende veengebieden in ons land plaats. Na ontginning moesten de kolonisten een deel van de opbrengst van het land afdragen aan de landeigenaar. Omdat landeigenaren op deze wijze gronden in veengebieden in feite verkochten werden deze ontginningen copen genoemd.

Omdat door oxidatie en inklinking de bodem in veengebieden na ontginning in ons land met zo’n centimeter per jaar daalt werden de gebieden na verloop van tijd te nat en was uiteindelijk alleen veeteelt, of zelfs dat niet meer mogelijk. De gronden werden dan opgegeven, of ingepolderd. Ook speelde een rol vanaf de vijftiende eeuw er een grote behoefte aan turf voor brandstof kwam, waarvoor in een aantal veengebieden turf werd gestoken en meren ontstonden. Tijdens stormen trad langs deze meren vaak oeverafslag op, waardoor zelfs een aantal dorpen in het westen van ons land in de golven zijn verdwenen. Voor Jacobswoude werd door dit soort omstandigheden de situatie min of meer onhoudbaar en is het dorp in de 16e eeuw tot een einde gekomen. Overigens is ook nog ter discussie geweest of het dorp ooit heeft bestaan.

Terug naar Priester Heinricus. Zowel bij de St. Martini-et-Nicolai kerk in Steinkirchen in het Altes Land, als bij de Woudse Dom in Rijnsaterwoude staat een standbeeld van hem. Het beeld in Steinkirchen - Priest Heinrich - dateert van 1992 en de kopie ervan bij Rijnsaterwoude is van 2001. Op de gedenksteen bij het beeld in Rijnsaterwoude staat dat Priester Hendrik afkomstig was uit Jacobswoude. Dit lijkt mij toch een teken dat Jacobswoude inderdaad heeft bestaan.

Ook staat er dat hij met vijf streekgenoten in 1113, dus kennelijk zeven jaar na het begin van de kolonisatie in 1106 zoals bij het beeld in Steinkirchen is vermeld, met Aartsbisschop Frederik I van Bremen en Hamburg een cope-overeenkomst sloot voor de ontginning van blokken veengrond langs de westelijke oever van de Elbe in het Altes Land. De oorspronkelijke verkavelingen zijn nog duidelijk in het landschap zichtbaar. Ook namen als Hollerland en Hollerdeich herinneren aan de ontginning door de Hollanders.

In 2001 hebben we op weg naar onze vakantie in Noorwegen het gebied bezocht. Het leek zeer op de landschappen in onze veengebieden. Het initiatief van Priester Heinricus en de zijnen is nadien door vele anderen gevolgd, zoals op verschillende plaatsen langs de kust van de Oostzee nog duidelijk zichtbaar is.

Alle rechten voorbehouden

Media