Het noorden is een bergachtig gebied dat wordt gekenmerkt door bossen, bergkammen en diepe, smalle valleien. Het Chao Phraya-bekken is een vruchtbare vallei. Het is het rijkste en meest uitgebreide rijst producerende gebied van het land en wordt vaak de "Rice Bowl of Asia" genoemd. Dit heeft ertoe geleid dat Thailand één van de grootste rijst exporterende landen ter wereld is. De hoofdstad, Bangkok, ligt ook in deze vallei, en bestaat overwegend uit polders.
In de polders in Thailand, met name in het Chao Phraya-bekken, zijn in de benedenstroomse zone dijken aangelegd om overstroming van de rurale en vooral de stedelijke gebieden te voorkomen. De stedelijke gebieden worden door dijken en poldersystemen met de daarbij behorende gemalen op een hoger veiligheidsniveau beschermd dan de rurale gebieden. Dit is vooral het geval in het meest benedenstroomse deel van de rivier, Bangkok en haar omgeving. Door stedelijke ontwikkeling zijn inmiddels in de meeste polders huizen, gebouwen en fabrieken gebouwd, met de daarbij behorende wegen en andere verhardingen. Door het verharde oppervlak komt de neerslag vrijwel onmiddellijk tot afvoer naar de stadsgrachten.
Het waterbeheersingssysteem van Bangkok bestaat uit riolen, die water opvangen uit afvalwater of regenwater uit de woonwijken en industrieterreinen. De diameter ligt doorgaans tussen 0,3 en 1,5 meter. Deze riolen liggen meestal in de voetpaden of de bermen van wegen op 1,5 en 3 meter diepte. In sommige smalle wegen zijn de riolen in het midden van de weg gelegd. De stadsgrachten vangen regenwater of afvalwater van de riolen op en transporteren het water onder natuurlijk verval naar een hoofdafvoer of een stedelijke afwateringsgracht.
Eén van de polders is de Sukhumvitpolder. De polder ligt in het oostelijk deel van Bangkok. Van een deel van deze polder waren veel gegevens beschikbaar. Daarom heeft één van mijn promovendi onder andere deze polder gekozen voor zijn studie naar het waterbeheer ervan. Het deel van de Sukhumvitpolder dat hij bestudeerde, heeft een totale oppervlakte van 368 hectare waarvan 248 hectare verhard oppervlak – gebouwen en wegen - en 120 hectare onverhard oppervlak – tuinen, parken en plantsoenen. De belangrijkste maten van het waterbeheersysteem voor deze stedelijke polder waren tijdens zijn studie als volgt: diameter van de riolering 0,6 meter; afstand tussen de stadsgrachten 600 meter; waterstand in de stadsgrachten tijdens de natte tijd 2,10 meter beneden het oppervlak; oppervlakte aan open water 0,6% van het totale gebied en gemaalcapaciteit 13,7 centimeter per dag, gerekend over het gebied.
Vooral de oppervlakte aan open water was veel te klein en ook de gemaalcapaciteit was voor de lokale neerslaghoeveelheden niet al te groot. Dit is overigens in vele Aziatische steden het geval, waardoor regelmatig overstromingen voorkomen. Daarbij komt dat de bodemdaling op veel plaatsen in de stad zo’n 4 tot 5 centimeter per jaar bedroeg, wat de afvoermogelijkheden naar zee steeds meer inperkte. Wanneer zich weer eens een overstroming voordeed, werd deze geweten aan klimaatverandering. De klimaatverandering speelt inderdaad een zekere rol, maar deze is maar beperkt ten opzichte van bovengenoemde factoren.
Overwogen werd om het open wateroppervlak te vergroten om meer waterberging mogelijk te maken en snelle peilstijgingen te beperken. Hij heeft verschillende mogelijkheden met de effecten ervan geanalyseerd. Of zijn resultaten ook in de praktijk toepassing hebben gevonden is mij helaas niet bekend.
In 2011 is in Bangkok en de omringende gebieden een grote overstroming geweest. Met name voor verschillende industrieterreinen zijn de dijken en gemalen daarna verbeterd. Hierdoor zijn deze gebieden nu beter beschermd tegen overstromingen en wordt het overtollige water ervan sneller afgevoerd. Een van de gevolgen hiervan is echter dat de ontvangende waterlopen dit extra water niet goed kunnen verwerken en dat daardoor de gebieden waar nog geen verbeteringen zijn aangebracht nog eerder overstromen. Komende jaren moet blijken of men tot goede oplossingen kan komen.