Ik heb niet kunnen genieten van de zomer. Ik ga naar mijn werk, doe mijn boodschappen en ga af en toe op visite bij vrienden, want dat mag dan weer, maar dat is het. Je kunt nergens een broodje halen of ergens een kopje koffie drinken. Iedereen heeft natuurlijk een heel vreemd jaar. Lelystad is op dit moment een spookstad. De ene na de andere winkel houdt ermee op.
Het valt me wel op dat mensen van begin af aan heel creatief zijn. Ze proberen de corona om te buigen, maar ze zijn ook behoorlijk corona-moe. En het is wat andere mensen die een geliefde hebben verloren ook zeggen: je wordt er dagelijks mee geconfronteerd, je hoort niet anders. En toch ben je altijd wel weer nieuwsgierig naar de nieuwe maatregelen.
Het wordt er allemaal niet leuker op, voor niemand. Ik denk dat de mortaliteit van deze pandemie groter is dan die van een gewone griep. Het komt voor iedereen heel dichtbij. Ik neem de maatregelen wel serieus. Ik ga nu niet meer zonder mondkapje de supermarkt in. En als ik bij iemand in de auto zit die niet bij mijn huishouden hoort, dan doe ik een mondkapje op, niet zozeer voor mijzelf, maar voor degene waarmee je omgaat. Die wil je ook niet nog eens kwijtraken. Toch? Nee, liever niet.