Berend Huijgen, met wie ik toen in de gemeenteraad zat, was volgens mij toen nog geen vijftig. Hij was toen één van de oudere raadsleden. Dus het was een hele jonge club die daar zat. De ene had een beetje politieke ervaring, de ander eigenlijk niet. Je rolde erin en ja, dan deed je gewoon je werk.
Dat gold ook voor de bestuurders. De wethouders die er dan zaten; in het begin waren dat deeltijdwethouders. Het was geen fulltime job, je deed er wat naast. Je had Van Dongen, Burger en wie had je nog meer. Die hadden er gewoon een bedrijf naast, een landbouwbedrijf of wat anders. Dat waren de wethouders. Dus de enige professional die er zat was de burgemeester die dan de kar moest trekken. Maar zelf heb ik dat nooit als een probleem gezien, want je vertrouwt dan ook een beetje op een ambtelijk apparaat met een boel ambtenaren, ook vanuit de Rijksdienst. Dat wat ook een beetje een andere cultuur dan die van een gewone gemeente.