Er was ook heel veel jeugd, allemaal jongens, hè. Volgens mij was ik zestien of zeventien. Het moet dus in 1977 geweest zijn of misschien in 1978. Op een gegeven moment stonden we – de jongeren – buiten en ik maakte de opmerking:
“Waarom laten we het niet aan hen zien hoe het moet, want we zijn Marokkanen. En ik heb nog nooit van een Rifi gehoord of van een Jabli (iemand die uit Tétouan of Tanger komt). Dat zijn termen die ik voor het eerst hier in Nederland heb gehoord en nooit in Marokko!”
Dat zei ik op die manier en de anderen vonden het eigenlijk wel heel mooi hoe ik dat zei. “Nou, dat is okay, dan gaan wij één vereniging opzetten!”
Wij zijn er weken mee bezig geweest om dè Marokkaanse jongerenvereniging op te richten en tot mijn verbazing werd ik tot voorzitter gebombardeerd, terwijl ik de jongste van de groep was. Na een paar weken hadden wij ook nog een onderdeel Marokkaanse meisjes binnen de vereniging actief waren met de eerste twee Marokkaanse meisjes die op voetbal gingen, bij het dameselftal van SVL. Dat was heel revolutionair. Ik kan me ook nog herinneren dat met name mensen uit de Rifgroep zeiden: “Zie je wel, dat zijn niet de echte Marokkanen, dan kan dus niet, dat meisjes gaan voetballen!” Dat was wel heel leuk.