Op een gegeven moment schreef een mevrouw uit Amsterdam mij een brief over een haars inziens onjuiste bejegening door de afdeling huisvesting van de Rijksdienst. Ik schreef vervolgens een klein kattebelletje aan de Dienst, met die brief aangehecht. Ik verzocht ze mij te adviseren omtrent het antwoord dat ik moest geven. Toen kreeg ik als antwoord:
"Dat hoeft u niet te geven, want daar gaat u niet over!"
Toen was er even gedonder, want daar ging ik natuurlijk wèl over. We hebben vervolgens besloten dat dan de ‘Woningruimtewet’ maar moest worden ingevoerd. Het heeft geloof ik drie of vier jaar geduurd voordat men dat deed. Ik geef het maar even aan om te zeggen dat men het anders aan had kunnen pakken. De Rijksdienst verdween natuurlijk wel op termijn, maar het verloop zou iets minder schoksgewijs geweest zijn. Nu waren wij zeker ongeduldig.