We kennen het grote verhaal natuurlijk wel. Ze waren met zijn zevenen op weg naar huis en ze werden geraakt door een Duitse nachtjager. Je vindt nu natuurlijk losse botten; het zijn ook geen intacte lichamen meer. Daar kun je dat soort dingen niet meer uithalen. Daar is het geweld te groot voor geweest. Het is niet een mooie Romein die je kunt opgraven:
“Kijk, hij heeft een pijlpunt in zijn nek, en kijk, je kunt zien dat hij tussen zijn derde en vierde rib een pijl heeft gehad.”
Dat kan gewoon niet in dit soort gevallen.
Ik weet ook niet wat de Duitsers er destijds al uit hebben gehaald. Ze hadden een drijvende bok, en ze haalden ook wrakstukken uit het IJsselmeer. Dat is allemaal niet echt goed gedocumenteerd. Dat maakt het gewoon allemaal heel ingewikkeld. Kijk, en wat betreft die bemanning: we moeten gewoon blij zijn dat we, zoals het er nu naar uitziet, straks keurig netjes een begrafenis krijgen van één of twee kisten met daarin alle stoffelijke resten van de bemanning gezamenlijk. Daar komen dan één of twee grafstenen op te staan met alle zeven namen van de bemanningsleden. Weet je, je kunt dat niet allemaal meer terughalen, 75 jaar na dato. Zeker niet met het geweld waarmee dat allemaal heeft plaatsgevonden.
Een paar weken geleden is er een Engelse infanterist teruggevonden ergens bij Bemmel. Die ligt daar alleen in zijn veldgraf, zoals hij daar gevallen en begraven is met zijn spullen. Als je daar goed forensisch onderzoek op doet, kun je misschien nog zien of hij ergens een kogelwond heeft of dat er ergens een granaatscherf doorheen is gegaan. Dat kun je dan nog reconstrueren. Maar zo’n vliegtuigcrash gaat met zo gruwelijk veel geweld gepaard.
De bergingsofficier maakt altijd een rapport op. Maar dat zal een bepaalde mate van abstractie hebben. Hij gaat ook niet alle details vermelden, voor zover hij die allemaal kan nazoeken.