Alle brieven waren [eerst] naar Lelystad gegaan. Het dossier is [later aan Almere] overgedragen. Overigens – en dat is ook belangrijk – zat er in het dossier ook een brief van de Britse ambassade. Daarin stond nadrukkelijk:
“Wij zien filmpjes op YouTube dat er op dit wrak wordt gedoken. We beschouwen het als een oorlogsgraf. Wilt u er zorg voor dragen dat het beschermd wordt?”
Wat nog veel belangrijker was en wat meespeelde, denk ik, was dat op dat moment dertig procent van een berging door de gemeente betaald zou moeten worden. We zaten midden in een crisis. Toen heeft de burgemeester gezegd: “Dat gaan we niet doen.” Daar is het [aanvankelijk] bij gebleven. [...]
[Er is op het wrak gedoken]. Wij hebben indertijd nog geadviseerd: “Bescherm het wrak”, bijvoorbeeld door er een soort worteldoek overheen te leggen. Dat is helaas nooit gebeurd. Ik heb er wel een juridische bescherming opgelegd, maar dat haalt natuurlijk ook niets uit omdat er geen handhaving is op het water. En ook nadien is er nog op het wrak gedoken. [...]
[D]ie documentaire van de Studiegroep Luchtoorlog is echt het startpunt geweest: ‘Liever dood dan vermist’. [...] Dat maakte ook indruk. Het was ook een goede documentaire, die ook precies die twee kanten belichtte. Die discussie over de vraag: is het wel een oorlogsgraf? Dan zegt Johan Graas: “Ja, maar het is helemaal geen oorlogsgraf!” Maar daar gaat het niet om, natuurlijk. Het wordt beschouwd als een oorlogsgraf. Ik heb begrepen vanuit Engeland dat zij nog heel veel mensen missen. Het zijn er nog honderdduizenden, geloof ik. Zij kunnen het dus gewoon niet te betalen om al die bergingen uit te laten voeren. Daarom is dat dus altijd hun eerste reactie. Zodra Defensie is ingeschakeld, en zorgt voor een respectvolle berging, gaan ze wel akkoord.