We moesten gaan bouwen, bouwen voor de toekomst. Ik kreeg mijn bestuur mee met mijn standpunt dat we wijken zouden moeten bouwen waarin mensen oud zouden kunnen worden. Als de woning waarin ze zouden wonen problemen zou geven, met traplopen en zo, dan moesten er in dezelfde buurt en dezelfde straat woningen worden gebouwd die geschikt voor hen zijn, zodat ze in de buurt konden blijven wonen.
Hoe kwam dat zo: ik werd hoofd van de afdeling Stadsvernieuwing van het ministerie [van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening]. Die oude, vooroorlogse wijken moesten worden gesaneerd en verbeterd. Dat betekende dat er gesloopt moest worden, dat er nieuwe woningen moesten worden gebouwd en dat er woningen verbeterd moesten worden. Maar dat betekende ook dat we tegen woningen aanliepen, grote woningen, waarin twee oude mensen woonden.
In ’63 is de Wet op de Bejaardenoorden er gekomen. Toen zouden er bejaardenoorden worden gebouwd. Dat is ook gebeurd. Maar die kwamen allemaal in de nieuwbouwwijken te staan. Oude mensen die in zo’n oude volksbuurt woonden moesten als het ware emigreren naar andere delen van de stad, met alle gevolgen van dien en allerlei sociale problemen. Dat was voor mij reden om te zeggen:
“We zouden eigenlijk in de oude wijken dit soort voorzieningen moeten hebben, en ze in de nieuwbouwwijken direct moeten bouwen.”
Ik heb mijn bestuur meegekregen. Zodoende bouwden we bij onze eerste opdracht niet alleen zo’n 200 woningen, maar ook ik geloof zo’n 60 bejaardenwoningen. Aan de Oeverloper in Dronten en hier in Biddinghuizen aan de Cultuursingel staan ze er nog. Die hebben we toen gebouwd. Ook in Swifterbant hebben we een tiental van deze woningen gebouwd.
Ik weet nog dat meneer Otto toen tegen me zei: “Ach vent, je bent hartstikke gek!” Ik zeg: “Hoezo? “ Hij zegt:
“Wie gaat er hier nu bejaardenwoningen bouwen? Die hebben we toch niet!”
De gemiddelde leeftijd was 19 jaar. Ik zei:
“Ja, maar ik bouw ze niet voor de bejaarden van nu, ik bouw ze voor de bejaarden van straks.”
[...] Zo is het begonnen. Het leuke is dat je nu kunt zeggen – want het is eigenlijk steeds door gegaan – dat Dronten in verhouding tot Nederland royaal in haar ouderenwoningen zit. Senioren hoeven hier niet tien jaar of langer te wachten op een seniorenwoning. Het gaat hier veel sneller.