Ik heb natuurlijk zelf meerdere jaren in Zeewolde gewoond en in de vrije uren van die bossen gebruik mogen maken. Het is een ontwikkeling die je in heel Flevoland ziet, dat heel geleidelijk dieren vanuit het oude land de polder in getrokken zijn. Zeewolde ligt aan de rand van Flevoland. Dus veel dieren die vanuit het oude land kwamen, nestelden zich natuurlijk al gauw in dat Horsterwold en zijn later ook verder de polder in gegaan.
Het reeënbestand is natuurlijk groots in het Horsterwold. Er zaten ook vossen. Wat vrij uniek was - want dat kon je toch verder in de polder nog niet tegenkomen - waren de eekhoorns die al direct in de nabijheid van Zeewolde in de bossen voorkwamen. Er zijn natuurlijk ook allerlei kleinere dieren. Een bekend voorbeeld is natuurlijk de regenworm. Het heeft jaren geduurd voordat er hier in Lelystad, in het midden van de polder, regenwormen voorkwamen. Maar die waren natuurlijk in de rand van de polder al vrij snel aanwezig. Dus ja, die ontwikkeling is goed op gang gekomen.
Een ander opmerkelijk dier is de fazant. In de beginjaren van Oostelijk Flevoland, maar zeker ook Zuidelijk Flevoland, kwamen er veel fazanten voor. Die vestigden zich in daar verlaten polderland en die konden hier goed gedijen. Dus als je in de beginjaren naar Zeewolde reed, toen het nog amper bestond, moest je echt om de fazanten heen rijden, bij wijze van spreken. Later, toen het vossenbestand zich verder uitbreidde, zijn de fazanten ook sterk in aantal verminderd.