Pas in de Nota Ruimte werd duidelijk dat de Markerwaard er niet zou komen. En dus was er gelijktijdig een stuk Nederland waar geen beleid voor was: Markermeer/IJmeer. De provincies kregen toen de vraag of ze hiervoor een toekomstvisie konden bedenken. Het ging om Noord-Holland en Flevoland. En in huiselijke afstemming met Noord-Holland werd ik daarvan de coördinerende gedeputeerde. Zij hadden er niet zo veel zin in, maar ik had wat meer ambitie. Want het interessante is dat het Markermeer door de aanleg van de Houtribdijk - de Houtribdijk is eigenlijk het begin van de Markerwaard - een bak water is geworden. Er zijn heel veel mensen verdrietig als je dat zegt, maar het is wel zo. In elk geval ging de ecologie heel snel achteruit, met de driehoeksmossel, enzovoorts. Die ging heel hard achteruit, eigenlijk vooral omdat het troebel water werd. Tegelijkertijd is het een beschermd natuurgebied, en mag je er niets aan doen. Een mooie paradox: we moeten er iets aan doen, maar we mogen er niets aan doen.
Nou, daar hebben we het toekomstigbestendig ecologisch systeem voor bedacht; dat was onze uitvinding. Dat is ook beleid geworden, het is overgenomen door het rijk. Het is nu onderdeel van het RRAAM-project [Structuurvisie Amsterdam-Almere-Markermeer, red.]. Frieling was voorzitter van de Vrienden van de Markerwaard. Ik zei:
“Dirk, je moet de naam veranderen. Het moet zijn ‘Vrienden van het Markermeer’.”
Dat was bijna suïcidaal voor hem. Maar hij besefte wel dat de inpoldering er niet kwam en dat er opnieuw nagedacht moest worden over het gebied. Toen hebben we ook samen dingen gedaan, en ‘samen’ hield in dat ik hem een beetje geld moest geven, want daar was hij altijd wel tuk op. We hebben het SAMM-project [Samenwerking Markermeer, red.] gehad. Toch wel interessant, al die ideeën over wat je met het Markermeer kunt doen. Een aantal ervan zijn ook gehonoreerd en worden uitgevoerd. Dat gaat heel goed. Dat is de eigenlijke voltooiing van het Zuiderzeeproject, om het Markermeer en het IJmeer weer op een goed niveau te krijgen.