Toen mijn vader vertelde dat we naar Lelystad gingen, kreeg ik tranen in mijn ogen want ik wilde niet weg bij mijn vriendjes, school en voetbalclub. Toen duwde mijn vader een gulden in mijn hand. [...] Lelystad was hartstikke kaal en ik vermaakte me prima. Ik liep met de hond over de zandvlakte naar de Zuigerplas. Ging de hond achter vogels aan. Vangen deed de hond nooit wat want hij had de draaicirkel van een Centurion tank.
[...] Mijn wereld bestond uit school en voetbal. En met mijn vader liep ik de wacht ’s avonds bij het bouwterrein van de grijze Kempenaar. Mijn vader was uitvoerder en verdiende zo een centje bij. Mijn leven was een tijd lang een bal, tot journalistiek daarvoor in de plaats kwam.