Sinds een paar jaar is er een kentering doordat Lelystad zich is gaan richten op haar sterke kanten. De centrale ligging in het land, veel goedkope bedrijfsruimte en achttien kilometer kustlijn, want één van de troeven is het water. We hebben een overslaghaven, tig jachthavens en een prachtige passantenhaven. Die is geschikt voor riviercruises en zo want Amsterdam en Enkhuizen knappen uit hun voegen. Vanuit Lelystad kun je naar Enkhuizen, Kampen en Schokland.
Mede door toerisme en mensen die hier komen wonen en werken verdwijnt langzaam maar zeker dat negatieve imago. Dat komt ook doordat mensen dat tegen elkaar zeggen.
In pionierstijd was het gericht op basale behoeften, overheidsvoorzieningen en zo. Nu heeft Lelystad zich ontwikkeld. Men is duurdere woningen gaan bouwen, er is gekozen om kapitaal naar de stad te halen, de kuststrook te ontwikkelen. De stad komt in balans. Lelystedelingen steken elkaar daarbij aan. Er zijn hier veel particuliere initiatieven die de gemeente probeert te faciliteren.
Ik heb er nooit aan gedacht om uit Lelystad weg te gaan. Mijn jeugdvrienden wonen hier nog. We zijn verknocht aan elkaar en aan de stad. Is het gevoel en de sfeer goed, dan maakt het niet uit. Als kritisch chauvinist zie ik waar ik me aan erger, maar ik ga hier nooit meer weg. Hier ga ik dood.