Of met de ideeën van Adri Duivesteijn nu alles gelukt is? Nou, er was natuurlijk al veel gelukt toen hij hier kwam. Als het gaat om het wonen in de natuur of bij de natuur: welke grote stad vind je met zoveel groen en water? Dat hebben we te danken aan de Rijksdienst IJsselmeerpolders en de mensen van Wageningen. Die hebben gelukkig de strijd gewonnen. Er is natuurlijk wel overleg geweest met de mensen van Delft.
Het centrum, daar zie je wel heel duidelijk de invloeden van de moderne architectuur. Dat is heel mooi geworden. [...] Niet iedereen is daar blij mee, maar je hebt altijd mensen die niet toe zijn aan hun eigen tijd. Hier kun je winkelen zonder dat je elkaar ondersteboven loopt. Wat ook mooi is: de scheiding tussen het winkelend publiek en de auto. Het publiek komt met de auto of met het openbaar vervoer, dat kan allemaal. De auto’s kunnen worden geparkeerd buiten het winkelgebied of onder het winkelgebied. Dat is een prachtige oplossing. De woningen die daar gebouwd zijn, die zijn van beroemde architecten, hoor. Dat is ook schitterend. Dat mis ik hier wel een beetje. Er is daar een plan gevolgd en daar zie ik woningen in hetzelfde type, maar dan net in een andere kleurstelling. Jeetje, dat is zo mooi gedaan. Als we bezoek hadden hier, waar vandaan ook, nam ik ze mee naar Vroom en Dreesmann, naar La Place. Daar heb je dat terras dat uitsteekt. [...] En ik nam ze mee naar de bibliotheek.
[...] In Almere Poort staan de huizen dicht op elkaar. Het zijn overwegend van die blokjes. Soms staat er ineens iets tussen met een heel ander dakvorm, of staat er op de hoek een patriciërswoning. Soms een setje patriciërswoningen bij elkaar. In het wijkje waar je binnenkomt, bij de rotonde, is het aardig opgelost. Maar soms staat er van die dingen tussen waarvan je denkt: “Hè? Dit hoort niet hier.”
[...] Gelukkig is het geen Vinex geworden, want dat is in heel Nederland zo’n beetje hetzelfde. Wat dat betreft is er wel variatie. Je hebt dat natuurlijk met een democratisch systeem; op een gegeven moment moet je daar genoegen mee nemen. Maar ik denk dat je toch – ik heb natuurlijk dertig jaar in het onderwijs gezeten – mensen een beetje kan vormen, een beetje kan opvoeden, en dat je dan een stapje verder komt. Dan zeiden architecten van de gemeente tegen mij: “Ja, maar dat komt wel goed.” Mijn antwoord was dan: “Ja, als er bomen staan.” Die bomen moeten dan veel verdoezelen.