Je krijgt wel een paar vragen. Bouwtechnisch moeten dan een aantal dingen anders. Er is ook over te onderhandelen, hoor. Ik heb op de kamer op de eerste verdieping aan de voorkant van mijn huis bijvoorbeeld een deur die loopt tot aan de grond van mijn atelier. Als je die open doet, zou je zo naar buiten kunnen springen of vallen. Maar als je dat echt wilt, kan dat altijd, hoor. Daar zou altijd een beveiliging op moeten. Maar op het moment dat je die deur gebruikt om zware dingen naar dingen te schuiven zit die beveiliging er dus in en moet dat weer los kunnen. Dus we hebben bedacht: “Kan daar niet gewoon zo’n kettinkje op dat je ook aan je voorkeur kunt bevestigen? En dan zetten we dat een beetje hoog, zodat kleine kinderen er niet bij kunnen.” “OK, dat is goed”.
Op de overloop heb ik ook een raam tot de vloer lopen. Maar daar heb ik mijn werktafel met mijn laptop voor staan. Het zijn ook drie lagen glas. Maar aan de rand van de steiger langs het water moet wel valbescherming zijn, een meter hoog. Als je dat gaat bestuderen: de bovenste dertig centimeter mogen wel vrij zijn, en de onderste tien ook, want dan kan er net geen kind doorheen. En de gaten die erin zitten, die mogen niet zo groot zijn dat je daar je voeten in kunt zetten. Aanvankelijk dacht ik aan staalkabels door die palen. “Nee, dat kan niet, daar klimmen ze in.” “Oh, is dat zo?” “Ja”. We waren jaren geleden met onze kleinkinderen in Artis. Daar heb je ook van die palen staan. Daar hebben we dat gezien. De architectuur bestaat daar verder voor negentig procent uit stenen, hoor. Maar inderdaad, onze kleinkinderen klommen daarin en die moesten we echt vastgrijpen.